algemene vergadering 1970
Met name in de rubriek
Man en Paard in de Raiffei-
senbode van september 1969
werden door twee functionarissen
uit de organisatie enige beharti
genswaardige dingen gezegd over
het doel van de Algemene Verga
dering van de Centrale Bank.
De een sprak over de Algemene
Vergadering als van een soort
manifestatie, de ander als van een
samenkomst waar de afsluitende
discussie moet worden gevoerd en
het definitieve besluit moet wor
den genomen.
Wat zou men daarnaast nog kun
nen zeggen?
Vaak wordt gesteld: ,,De Alge
mene Vergadering is de hoogste
macht van de Vereniging"Dit is
ontegenzeggelijk waar, mits men
maar met een jurist als de coöpe
ratie-deskundige Harderwijk aan
dit gezegde toevoegt: „voor zover
de bevoegdheden niet aan het be
stuur of anderen zijn overgedra
gen". Overdracht van bevoegd
heden aan anderen kan zo ver
gaan, dat vanuit juridisch oogpunt
gezien de Algemene Vergadering
nog weinig bevoegdheden over
houdt. Dan is een dergelijke ver
gadering inderdaad nog slechts
een manifestatie. Een manifestatie
van eensgezindheid, van vertrou
wen of van ongenoegen. Ook om
andere redenen kan een Algemene
Vergadering een manifestatie wor
den. Het kan zijn dat de besluit
vorming in voorafgaande fasen zo
degelijk is voorbereid, dat in de
vergadering zelf geen discussies
meer plaatsvinden. Dan lijkt het
alsof sprake is van een manifes
tatie in vorenbedoelde zin.
Over de waarde van een derge
lijke manifestatie voor de indruk
naar buiten willen wij het hier
niet hebben. Evenmin over het ge
voel van verbondenheid dat hier
uit kan ontstaan.
r^T] Hoe is het nu gesteld met
X de Algemene Vergadering
I I van de Centrale Bank? Be
zien wij eens de agenda van de
komende Algemene Vergadering.
Het zakelijke gedeelte" zo ge
noemd door een der geciteerde
functionarissen zal als vanouds
weer het begin van de bijeenkomst
vormen. De Algemene Vergade
ring heeft wet degelijk de beslis
sende stem in zaken als winstbe
stemming en keuze van nieuwe
functionarissen, hoewel de arge
loze buitenstaander die de verga
dering binnenwandelt weinig de
indruk z.a! hebben dat het Bestuur
op deze punten het vuur na aan
de schenen wordt gelegd.
Wie herinnert zich echter niet de
individuele en ook de collectieve
discussies, welke aan deze besluit
vorming zijn voorafgegaan, met
name in het afgelopen jaar over
de rentevergoeding?
Met uitzondering van gedeelten
van de toelichting van de voor
zitter op de jaarstukken kan men
dit dan ook zien als een manifes
tatie van het reeds besprokene.
Daarnaast echter worden be
sluiten van meer verstrek
kende aard genomen. Ge
doeld wordt op het ter discussie
gestelde ontwerp Vestigingsrege
ling Utrecht—Eindhoven.
Zeker, ook deze besluitvorming
wordt intern voorbereid, onder
meer in de Ringvergaderingen.
Het valt te voorzien dat echter in
de Algemene Vergadering „de af
sluitende discussie zal worden ge
voerd en het definitieve besluit
genomen"
Zowel een afwijzing als een aan
vaarding zal ook buiten onze krin
gen de aandacht trekken. Men zal
immers de keuze moeten maken
voor of tegen een beperkte zake
lijke samenwerking met een andere
organisatie waaraan wij ondanks
wellicht overbrugbare en onover
brugbare verschillen toch in essen
tiële doelstellingen verwant zijn.
Hier zal de Algemene Vergadering
haar volle gewicht doen gelden.
Het besluit is daarom ook ver
strekkend, omdat als gevolg ervan
op plaatselijk niveau de plaatse
lijke banken van beide organisaties
in bepaalde gevallen hun vesti
gingsbeleid zullen moeten coördi
neren. Hier zal dus sprake zijn van
meer dan een simpele manifestatie.
Ook bij een andere gelegen-
lieid zullen de samengeko-
men banken ter vergadering
van hun werkelijk beslissende in
vloed blijk kunnen geven en wel
bij de discussie, waarover door de
eerder geciteerde functionarissen
werd geschreven.
Het is gebleken dat onderwerpen
van zeer verschillende aard te
berde worden gebracht. In wezen
zou men het stellen van vragen
kunnen betitelen als het geven van
aanwijzingen aan het Bestuur in
welke richting de Algemene Ver
gadering wil, dat in de toekomst
wordt gedacht.
Bij de discussie kan niet alleen
verantwoording worden gevraagd
over zaken, welke reeds zijn ge
schied, maar tevens kan op directe
wijze aan het Bestuur van de Cen
trale Bank worden aangegeven
welke zaken naar het oordeel van
de Algemene Vergadering in de
toekomst de aandacht behoeven.
Hier zouden zaken aan de orde
kunnen worden gesteld, welke
zelfs nog niet in het stadium van
een algemene opinievorming zijn
gekomen, doordat zelfs algemene
discussie nog niet heeft plaatsge
vonden. Ook hier behoeft van ju
ridische of feitelijke manifestatie
niet zonder meer sprake te zijn.
N.
147