aard, een deel richt zich meer op de distributie en reparatie, terwijl er ook zuiver dienstverlenende bedrijven zijn. Hier treden overigens allerlei ver schuivingen op. Ambachtelijke functies worden soms meer ne venfuncties. De elektro-installateur verkoopt meer en repareert minder. De loodgieter daarentegen gaat als verwarmingsinstallateur optreden. Het arbeidskostenvraagstuk werkt remmend op het aantal reparaties maar versnelt de vervanging. Daarnaast krijgt de zelfwerkzaamheid van de con sument meer accent, mede doordat men door werktijdverkorting meer vrije tijd heeft. De fabri kanten bevorderen door een gemakkelijke ge- bruiksaanwijziging en door aangepaste materialen het gebruik van onderhoudsartikelen door de doe- het-zelver. Het ambacht fungeert niet alleen ten behoeve van de gezinshuishoudingen maar kan een belang rijk complement worden voor de industrie. Hier vindt een voortdurende wisselwerking plaats. Uit besteding van de industrie aan kleinere ambachte lijke bedrijven kan voortkomen uit het feit dat deze bedrijven een bijzondere bekwaamheid bezitten, maar vindt daarnaast ook plaats als gevolg van de hoge bezettingsgraad van de industrie. In zo'n si tuatie zal de betrokken industrie bepaalde onder delen nog wel zelf kunnen maken, maar de hoge bezettingsgraad doet de bijbehorende variabele kosten progressief verlopen. De variabele kosten- calculatie zal dan uitwijzen dat het uitbesteden een kostenvoordeel oplevert. Deze situatie doet zich vooral de laatste jaren voor. In de verschillende ambachtelijke sectoren is het aantal vestigingen voortdurend in beweging. Dit blijkt onder meer uit de gegevens die korte tijd geleden beschikbaar werden gesteld door het Cen traal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht. Een vergelijk tussen de situatie per begin 1970 met die per begin 1961 leverde de volgende cijfers op: 1970 1961 bouwambachten 32.820 33.310 hout-textielverwerkende ambacht 13.410 16.850 lederverwerkende ambacht 4.830 8.090 voedselvoorz. ambacht 19.230 24.050 metaalverwerkende ambacht 37.660 35.170 overige ambachten 18.390 16.650 Hieruit blijkt dat het aantal vestigingen in de meeste sectoren is teruggelopen. Een uitzondering op deze regel vormen de metaalverwerkende am bachten. leder van deze sectoren vormt een con glomeraat van verschillende branches. In de bouw ambachten treft men de loodgieters, gas- en water- fittersbranche, metselaars, tegelzetters en dak- bedekkers aan. DE BOUWSECTOR Onze bijzondere aandacht gaat ditmaal uit naar de bouwbedrijven. Deze sector wordt gekenmerkt door aanzienlijke tegenstellingen. Aan de ene kant een grote groep kleine bedrijven, aan de andere kant een relatief klein aantal grote en heel grote bedrijven. Enkele jaren geleden was het nog zo dat 60 van de bouwbedrijven minder dan 5 werknemers telde. Deze groep nam 10% van de bouwproduktie voor zijn rekening. De grote be drijven, nl. die met meer dan 50 man, verzorgden 50 van de bouwproduktie. Dit betrof slechts 3,5 van de bedrijven. Dat de kleinere bedrijven een wat minder gunstige positie innemen, blijkt uit het aantal opheffingen, dat in de periode 1952-1963 bij de kleine bedrijven tweemaal zo hoog was als bij de grotere (in dit geval meer dan 15 werk nemers). De bouwmarkt is een samengesteld ge heel. Men zou hierin een aantal deelmarkten kun nen onderscheiden, waaronder de woningmarkt, de markt voor bedrijfsgebouwen, voor agrarische gebouwen, voor bijzondere gebouwen, de markt voor herstellen en verbouwen en de markt voor onderhoud. Dat de kleine en middelgrote en grote aan nemersbedrijven ieder een eigen rol spelen, blijkt onder meer uit een enkele jaren geleden door het Economisch Instituut van Tilburg onder de titel Bouwperspectief gepubliceerde studie. Hierbij bleek dat het aandeel van de kleine aannemers op de woningbouwmarkt na 1955 geleidelijk daalde tot 19,3% in 1962 om daarna weer enige groei door te maken tot 23,6% in 1966. In de deelmarkt van de bedrijfsgebouwen deed zich na 1962 een soortgelijk herstel voor, namelijk van 18,6 naar 22,6% in 1965. Het jaar daarop volgde er echter een teruggang in het aandeel van de kleine aannemers naar 16,9%. Genoemde be drijven noteerden in de sector bijzondere gebou- 177

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 39