en Genemuiden kunnen niet los worden gezien van Zwolle. Ze liggen langs het Zwarte Water in het verlengde van dit industrieel groeiende centrum. De langgerekte dorpen Staphorst en Rouveen kennen qua bebouwing nauwelijks een uitgespro ken kern. Staphorst is een agrarische gemeente. De landbouw is ook thans nog de belangrijkste bestaansbron. DE HUIDIGE POSITIE VAN DE IJSSEL-VECHT- DELTA Hoewel de IJssel-Vechtdelta één van de zoge naamde economisch-geografische gebieden is, hebben we hier niet te maken met een gebied, dat zich duidelijk als een eenheid presenteert. Het is een deel van Overijssel, bij de ontwikkeling waar van behalve een aantal andere Overijsselse ge meenten ook een aantal Gelderse gemeenten sterk is betrokken. In het gehele gebied neemt Zwolle een dominerende positie in. In zekere zin zou zelfs in plaats van de IJssel-Vechtdelta beter van de Zwolse regio kunnen worden gesproken. Die bij zondere plaats dankt Zwolle in eerste instantie aan haar ligging. Omtrent de werkgelegenheid kan worden opge merkt, dat de landbouw aan voortdurend minder mensen werk geeft. De in de landbouw werkende personen, in 1968 in totaal 6.800, houden zich in de IJssel-Vechtdelta in de eerste plaats bezig met de veehouderij. Tuinbouw in grotere omvang wordt aangetroffen in IJsselmuiden. De akkerbouw neemt slechts een bescheiden plaats in. De nijverheid geeft in de IJssel-Vechtdelta thans aan ruim 22.000 personen werk. De uitbreiding van de industriële werkgelegenheid werd mede bereikt dank zij de van overheidswege toegekende finan ciële hulp. Vooral de metaalindustrie vertoont een behoorlijke groei. De voedings- en genotmiddelenindustrie toont een achteruitgang qua personeelsbestand. De voor de IJssel-Vechtdelta als groot te beschouwen be drijven variëren in omvang van circa 250 tot circa 1.000 man personeel. Op een totaal van circa 200 kent de IJssel-Vechtdelta zeven van deze bedrijven waarvan drie (Philips, Stork en Schokbeton) met meer dan 500 personeelsleden. Samengaan van bedrijven binnen de IJssel- 169

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 31