Hendracht in verscheidenheid k_] Zou men liet samenwerkings- T verband in een coöperatie in L__J een slogan willen karakteri seren, dan zou men zo iets moe ten zeggen als: Eendracht maakt macht" of „Vele kleintjes maken een grote". Deze algemene ge dachten hebben in ons land rond de vorige eeuwwisseling vooral in agrarische kringen weerklank ge vonden en geleid tot het aaneen sluiten van groepen mensen in een coöperatie. Met behoud van eigen zelfstandigheid bundelde men de gemeenschappelijke belangen, met als doel de daaraan verbonden risico's gezamenlijk te dragen. Zo doende werd het behoud van de eigen zelfstandigheid ook beter ge waarborgd. Een en ander ver onderstelt een zekere vertrouwens basis. Veelal zullen coöperaties dan ook in reeds bestaande ge meenschappen zijn opgericht. Al ras echter hebben in vele sectoren deze coöperaties zich ook weer om dezelfde redenen aaneengeslo ten en zijn zij gezamenlijk gaan samenwerken in wat later een top- coöperatie werd genoemd. Zo is ook onze organisatie ontstaan. BHet is met deze coöperaties niet alle hetzelfde gegaan, leder heeft zijn eigen ge schiedenis. Veelal is deze bepaald door de aard van de werkzaam heden, maar ook de maatschappe lijke en andere opvattingen van de leden hebben de structuur bepaald. Daarnaast hebben externe facto ren, zoals op economisch vlak de concurrentie, hun invloed gehad op het beleid van een coöperatie. At deze factoren doen nog steeds hun invloed gelden en zullen dit ook wel blijven doen. De ene coö peratie zal daarom het accent meer leggen bij de eendracht, de andere meer bij de afzonderlijke leden (de kleintjesdie de grote ma ken). Het is maar wat in de ge geven omstandigheden de beste manier is om het gestelde doel te bereiken. Zoekt men meer een dracht, dan zal men groter binding aanvaarden. Zo is het opvallend, dat het leden tal van onze Centrale Bank in de afgelopen twee decennia tenge volge van fusies tussen de aange sloten banken met een kleine hon derd is verminderd. Een fusie zal des te gemakkelijker plaatsvinden naarmate de gemeenschappen wel ke de banken vormen, meer met elkaar z.ijn vergroeid. Een econo misch belang is dan meestal de aanleiding. Staat men voor grote investeringen of voor een reorga nisatie dan kan een eendrachtig samengaan een economische ver spilling mogelijk voorkomen. Niet temin zijn verscheidene fusieplan nen bij aangesloten banken onaf gewerkt blijven liggen. Wordt men als lid van een aangesloten bank geconfronteerd met de concrete gevolgen, welke een grotere een dracht in de vorm van fusie zullen hebben, dan zullen deze gevolgen soms zulke grote, overigens respec tabele weerstanden kunnen wek ken, dat men de voorkeur zal blij ven geven aan de „kleinheid"met behoud derhalve van eigen aard en gewoonten. Men moet dit soms aanvaarden. SOok zonder fusie kan men intern de eendracht in een organisatie als de onze tus sen de in velerlei opzicht anders- soortige, zelfstandige leden vergro ten. Naarmate een totaliteit meer afhankelijk wordt van zijn bestand delen en omgekeerd, zal de be hoefte daaraan kunnen ontstaan. Eendracht is in abstracto een scho ne zaak, maar vele coöperaties geven er met regelingen blijk van, dat zij het gezegde „De natuur is sterker dan de teer" kennen. Zon der regelingen welke aan de „klein tjes" ook de verplichtingen tot eendracht in concreto vastleggen, zal een coöperatie het principe van samenwerking moeilijker kunnen waarmaken. Ook hier kan een coö peratie, al naar gelang haar aard, verschillend te werk gaan. Als men de verbreking van het lidmaat schap als voorbeeld neemt: De ene coöperatie zal voor dat geval een uittreegeld vaststellen in de al gemene vergadering, waardoor ook zij die tegen een dergelijke binding zijn daaraan zijn gebonden. De andere coöperatie zal ieder lid af zonderlijk vragen zich bepaalde beperkingen op te leggen. De één legt het accent bij de „eendracht" de ander bij het eigen karakter van de „kleintjes"de „eigenheid" Samenwerking brengt beper kingen mee. Dit is ook het geval indien bijvoorbeeld straks aan de algemene vergade ring de gemeenschappelijke vesti gingsregeling zal worden voorge legd. Dan zullen de banken tegen elkaar moeten afwegen het prijs geven van een stukje eigen be voegdheid tegenover het collectief scheppen van gunstiger toekomst kansen voor allen. Ook hier weer eendrachtof eigenheidDe steeds scherper wordende concur rentie met de niet-coöperatieve bankwereld maakt op dit punt het versterken van de eendracht tot een dwingende noodzaak. In de gegeven omstandigheden zal dan de eigenheidals minder belang rijk worden gezien dan de „een dracht". De tijd zal ons leren, lioc onze organisatie de principes van eendrachten eigenheidin haar bestel verder zal uitwerken. N. 101

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 7