onze belastingen
stand te brengen. Hiertegenover komen de coöpe
raties op twee punten in een gunstiger positie dan
voorheen. De deelnemingsvrijstelling geldt voor
taan ook voor coöperaties terwijl de regeling dat
voor zover op de inleggelden minder dan een rede
lijke intrest over het vermogen wordt uitgekeerd
de bepalingen inzake de vrijstelling van uitdelingen
niet gelden, is vervallen.
Voor coöperaties waarvan uitsluitend andere
coöperaties lid zijn (topcoöperaties) mogen de
winstuitkeringen aan de leden-coöperaties niet
meer in aftrek op de winst worden gebracht, deze
coöperaties worden geacht zich geheel verzelf
standigd te hebben. Ook winstuitkeringen aan an
dere leden-rechtspersonen zijn niet aftrekbaar.
Van de coöperaties waarvan natuurlijke personen
of mede-rechtspersonen lid zijn, wordt de winst
in twee gedeelten gesplitst, de verlengstukwinsten
de verzelfstandigde winst. De verlengstukwinst
wordt forfaitair bepaald met behulp van een for
mule neergelegd in art. 9, tweede lid, van de wet
met dien verstande dat het aldus berekende deel
wordt verhoogd met 5000 tot ten hoogste het
bedrag van de over het jaar genoten winst. Zoals
reeds is opgemerkt hebben coöperaties voortaan
ook recht op de deelnemingsvrijstelling; dit geldt
zowel voor deelnemingen in naamloze vennoot
schappen als voor het lidmaatschap van een top-
coöperatie. Rechtspersonen die lid zijn van een
coöperatie, hebben eveneens recht op de deel
nemingsvrijstelling welke vrijstelling ook geldt voor
de rente ontvangen op inleggelden welke rente bij
de coöperatie niet aftrekbaar is.
COMMISSARISSENBELONINGEN
De commissarissenbelasting is met ingang van
1 januari 1970 vervallen. Hiertegenover is echter
de aftrek van commissarissenbeloningen voor de
vennootschapsbelasting beperkt doch alleen ten
aanzien van een commissaris-natuurlijk persoon
die in het lichaam een aanmerkelijk belang heeft
in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting
1964. Een beloning van meer dan 4000 per jaar
is slechts voor de helft aftrekbaar met een mini
mum van f 4000 en een maximum van 20.000.
Indien en voor zover wordt aangetoond dat de be
loning toegekend ter zake van de toezichthouden
de taak uitgeoefend ten behoeve van niet-aandeel-
houders en ter zake van het bijkomstig deelhebben
aan de bestuurstaak, het in aftrek komende bedrag
te boven gaat, dan komt het meerdere eveneens
in aftrek. Moet de commissaris-natuurlijk persoon
zijn beloning afstaan aan een lichaam dat een deel
neming heeft in het andere lichaam, dan heeft het
ontvangende lichaam recht op de deelnemingsvrij
stelling voor het bij het eerstgenoemde lichaam
niet in aftrek komende bedrag.
SPAARBANKVRIJSTELLING
Met betrekking tot de spaarbankvrijstelling is in
art. 12 van de wet een verscherping opgenomen
van de eis ten aanzien van de doelstelling en feite
lijke werkzaamheid. De vrijstelling is voortaan be
perkt tot de winst van het spaarbedrijf in engere
zin en in het algemeen tot de helft van de voor
delen uit het belegde vermogen voor zover dit 5
percent van de spaargelden niet te boven gaat. De
voordelen blijven ten volle buiten aanmerking in
dien het tegoed van alle of nagenoeg alle inleg
gers een door de minister van Financiën te bepa
len bedrag per inlegger niet te boven gaat.
DEELNEMINGSVRIJSTELLING
De zgn. deelnemingsvrijstelling (art. 13) is ver
ruimd en beperkt. De wijzigingen zijn kort samen
gevat de volgende.
1. De vrijstelling geldt voor alle voordelen, dus
ook voor winsten op de deelnemingen, doch
ook de verliezen daarop blijven buiten aanmer
king tenzij deze tot uitdrukking komen bij liqui
datie van de lichamen waarin deelgenomen
wordt.
2. De vrijstelling geldt voortaan voor alle lichamen
behalve voor beleggingsinstellingen. Voorts kan
van een deelneming sprake zijn bij het bezit
van aandelen in een vennootschap, bij bezit
van bewijzen van deelgerechtigdheid in een
fonds voor gemene rekening en bij lidmaat
schap van een coöperatie.
3. Van een deelneming in een hier te lande ge
vestigde vennootschap of fonds voor gemene
rekening is sprake bij een bezit van 5 percent
van de aandelen of de bewijzen van deelge
rechtigdheid. Ten aanzien van een buiten het
Rijk gevestigde vennootschap is er eveneens
een deelneming bij een bezit van 5 percent,
134