EiügUP Alle wegen zijn op de stad gericht en de Grote Markt is vanouds de plaats waar alle wegen samenkomen. 90.000 personen werk zal zijn en omstreeks het jaar 2000 voor rond 150.000. In het streekplangebied als geheel neemt de werkgelegenheid in de agrarische sector een on dergeschikte plaats in. Was het aandeel van deze sector in de totale werkgelegenheid in 1960 nog 7%, in 1985 zal dat zijn gedaald tot 3% en om streeks 2000 tot 2 Buiten de agglomeratie Groningen en Hoogezand-Sappemeer is de agra rische sector veel belangrijker: thans levert deze hier 20 van de werkgelegenheid. Men moet zich er wel van bewust zijn, dat de landbouw weliswaar in de werkgelegenheid een gering aandeel heeft, doch dat het agrarische grondgebruik zeer belang rijk is en ongeveer drie kwart van de in het streek plangebied gelegen gronden omvat. De vormge ving van het agrarische gebied bepaalt dan ook voor een groot gedeelte het „gezicht" van het streekplangebied. Nu is het streekplangebied niet bij uitstek een recreatiegebied; integendeel, Cen- traal-Groningen heeft een tekort aan voorzieningen met name voor de dagrecreatie. VERKEER Weinig zaken vragen thans zoveel aandacht als het verkeer. Het stadscentrum, de industriegebie den, de recreatieterreinen trekken aanzienlijke hoeveelheden verkeer tot zich. Het lijkt uitgeslo ten dat de centra van de grote steden de massale groei van het autoverkeer op den duur zullen kun nen verwerken. Het bestaande wegennet heeft, als gevolg van de centrale plaats van de stad, een duidelijk radiaal patroon: alle wegen zijn op de stad gericht en de Grote Markt was vanouds de plaats, waar alles samenkwam. Daar deze situatie reeds aanleiding heeft gegeven tot vele moeilijkheden wordt aan herziening van het wegenpatroon ge werkt. Voor het gehele streekplangebied wordt uitgegaan van het langs de stad en de dorpen leiden van het doorgaande verkeer, en het tijdig naar bestemming verdelen van het op de stad of het dorp gerichte verkeer. Ook het waterverkeer is van grote betekenis. Het watertransport geeft voor wat betreft de grote kanalen nog steeds een toeneming te zien. Aangenomen mag worden dat, in samenhang met de ontwikkelingen in Delfzijl en in de Eemshaven, deze groei nog zal doorgaan. TOT BESLUIT In dit artikel wordt slechts een weergave ge geven van de hoofdgedachten van het streekplan. Het streekplan zelf moet nog worden uitgebracht. Een streekplan is er ten dienste van de bevolking en het is gewenst de bevolking zoveel mogelijk bij streekplannen te betrekken; het zal uiteindelijk mede van de medewerking van de bevolking af hangen of een program zal slagen. Het is in ver band hiermede reëel, dat de bevolking vroegtijdig wordt geïnformeerd opdat zij over de voorgelegde ideeën kan meespreken. 130

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 36