FINANCIEEL OVERZICHT
GELDMARKT
Medio januari bereikte de geldmarkt als ge
volg van terugkerend bankpapier, de Rijksuitkering
aan de gemeenten en het feit dat door de banken
in de periode 15 januari tot 15 februari geen rente
loos deposito bij de Nederlandsche Bank behoefde
te worden aangehouden een evenwicht. Deze
toestand duurde voort tot 28 januari, de datum
waarop de inschrijving op de beide eerste Staats
leningen 1970 plaatsvond. Hoewel reeds voor deze
datum de ultimo-uitzetting van het bankpapier op
gang kwam, bleef de markt gemakkelijk, dank zij
betalingen van het Rijk. Het is mogelijk dat het Rijk
betalingen heeft vervroegd, daarmee een gunstig
marktklimaat scheppend voor de inschrijvingen op
de staatsleningen. Direct na de bovengenoemde
datum werd nl. de officiële call-rente verhoogd en
deze trok een dag daarna aan tot het maximale
tarief. Dit werd mede veroorzaakt door afname
schatkistpapier na een verhoging van de afgifte-
prijzen hiervan. Met ingang van 30 januari ver
hoogde de Agent van het ministerie van Financiën
namelijk de tarieven voor 3- en 5-jarige schatkist
biljetten met een half procent, terwijl in plaats van
schatkistpromessen met een looptijd van 11 maan
den tegen een ongewijzigde rente 8-maands pro
messen kunnen worden afgenomen. De nieuwe
prijzen zijn:
5-jaars schatkistbiljetten 71/>
3-jaars schatkistbiljetten 7%
8-maands schatkistpromessen 6
Tot nu toe werd voor ongeveer 200 miljoen
papier afgenomen, grotendeels 5-jaars biljetten.
Hoewel van een vrij forse afname kan worden ge
sproken, kan hieruit niet zonder meer worden af
geleid dat uitsluitend de geboden tarieven hiertoe
aanleiding gaven. Het feit dat maandenlang door
onaantrekkelijke afgiftetarieven vrijwel geen papier
was afgenomen, waardoor de schatkistpapierporte-
feuilles van de banken door vervallend papier be
langrijk kleiner waren geworden en uit liquiditeits
oogpunt aanvulling behoefden, mag hierbij niet uit
het oog worden verloren. Doch in welke mate er
van een min of meer geforceerde afname moet
worden gesproken, valt uiteraard niet te zeggen.
Het tegoed van het Rijk bij de Nederlandsche
Bank nam sterk toe door de opbrengst van het ge
plaatste schatkistpapier en de ontvangst van be
lastingen tot ruim f 570 miljoen per 12 februari.
Voorlopig zal het Rijk hierdoor ruimschoots haar
verplichtingen kunnen nakomen.
Na de maandultimo keerde wel bankpapier in
de kassen van de banken terug, doch de verrui
mende invloed hiervan werd teniet gedaan doordat
er bijzonder veel belasting moest worden betaald,
hetgeen de markt krap hield. De voor deze periode
in vergelijking met voorgaande jaren extra
hoge belastingbetalingen stonden in verband met
de nu voor het eerst plaatsvindende afdrachten
B.T.W. over het vierde kwartaal en de (na)betaling
door bedrijven aan wie vorig jaar uitstel van be
taling was verleend in verband met het toen
nieuwe omzetbelastingstelsel. Intussen had door
deze belastingbetalingen de debetstand van de
banken bij de Nederlandsche Bank een omvang
aangenomen welke de medio februari de markt ten
goede komende Rijksuitkering aan de gemeenten
ad f 400 miljoen overtrof. Bovendien moet op
20 februari de storting op genoemde staatslenin
gen ad f 325 miljoen plaatsvinden. Voorlopig wordt
dan ook, mogelijk onderbroken door enkele wat
ruimere dagen rond medio februari, verwacht dat
de markt krap zal blijven. Het feit dat de krediet
norm per ultimo december niet werd overschreden
en daardoor in de periode 15 februari tot 15 maart
geen renteloos depot bij de Nederlandsche Bank
behoeft te worden aangehouden is echter een
meevaller.
De beschreven periode kenmerkte zich door een
opvallend gebrek aan affaires, waaraan o.m. ten
grondslag ligt de afwachtende houding welke men
aanneemt door de onzekerheid omtrent de inter
nationale renteontwikkeling. Met name door re-
120