n fflii duurzame consumptiegoederensector zette de teruggang eerst sedert 1965 in. De teruggang in de laatstgenoemde sector bedroeg in de periode 1960-1968 slechts 4% tegen 19% in de levens middelensector. Ook kan men zich afvragen hoe het marktaan deel van het midden- en kleinbedrijf zich heeft ontwikkeld. In de sector duurzame consumptie goederen bleef het aandeel in genoemde periode gehandhaafd op 65 in de levensmiddelensector daalde het belang in de afzet van 86 naar circa 80 Onmiskenbaar is de groei van de warenhuizen, waarvan het aantal vestigingen in de periode 1960- 1968 toenam van 93 tot 135 stuks. De omzetten van de warenhuizen groeiden in deze periode met 124% tegenover een groei van de totale detailhandelsomzet van 91 De ver bruikscoöperaties zagen hun omzet ruim tweemaal zo groot worden, postorderbedrijven lieten bij voor gaande cijfers vergeleken slechts een matige groei zien, namelijk van circa 69 RECENTE ONTWIKKELINGEN De groeipercentages van de detailhandelsom zetten lopen nogal uiteen. Vrij hoge en tamelijk stabiele groeipercentages treft men aan bij de zelfbedieningszaken in de kruideniersbranche (9 a 10% gedurende de afgelopen vier jaar) en bij de boekhandel (10 a 15%). Voor een aantal branches zoals de bakkers, tabakszaken en slagers volgde er na enkele jaren van afnemende afzetgroei weer enig herstel in 1969. Een verdere vertraging van de groei lieten schoenwinkeliers, juweliers en drogisterijen zien. OMZETGROEI IN TEN OPZICHTE VAN HET VOORAFGAANDE JAAR IN ENKELE DETAILHAN DELSBRANCHES 1966 1967 1968 1969 aardappelen, groente, fruit bakkers kruideniersbediening -zelfbediening slagers melk- en zuivelprodukten tabaksartikelen schoeisel kantoorboekhandel juweliers drogisten 6 2 4 6 10 7 5 6 6 5 5 3 10 10 9 9 5 4 4 7 6 5 5 5 9 6 4 6 6 6 5 2 9 6 11 10 8 3 6 2 9 13 6 5 109

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 15