mmsm Schaapskooi op de Veluwe. wen met een volledige werkkring in de landbouw zal alsdan te verwaarlozen zijn. Het belangrijkste centrum van industriële werk gelegenheid in het streekplangebied is Arnhem. Dit neemt nog steeds in belangrijkheid toe. Een kwart van de Arnhemse bedrijfsbevolking bestaat uit forensen; verwacht mag worden dat dit aandeel nog zal stijgen. De positie van Arnhem brengt een grote ver scheidenheid aan overheidsdiensten mee; die overheidsdiensten blijken sterk expansief te zijn. In industriële bedrijven met tien en meer werk nemers zijn circa 65.000 personen werkzaam. In de dienstensector zullen 140.000 personen werk zaam zijn. De totale bedrijfsbevolking zal om streeks 230.000 personen bedragen. De Arnhemse agglomeratie krijgt bij Wage- ningen Bennekom en Dieren Doesburg een stedelijke beëindiging met elk een eigen verzor gingsgebied. Het centrale deel van de agglomeratie wordt ontwikkeld tot een stad met een vleugel in de Lijmers welke wordt beëindigd door Zevenaar en een vleugel in het oostelijk deel van de Betuwe welke eindigt in Eist. Bij de herziening van het plan heeft de gehele streekontwikkeling en die van Arnhem als kern in het bijzonder een rol ge speeld. De toenemende terreinbehoefte heeft ertoe geleid dat herziening van het streekplan na 8 jaar reeds nodig was. In 1961 werd nog uitge gaan van een globale raming van 473.000 inwoners rond de eeuwwisseling. Voor het toen geldende gebied komt men nu tot een prognose van 528.000 en voor het nu uitgebreide gebied van het streek plan op 643.000 inwoners. Het zal voor de lezer duidelijk zijn dat de planologie in een zo kwetsbaar gebied grote behoedzaamheid vereist. Gedepu teerde Staten hebben dan ook alle mogelijke in stanties, waaronder ook de gemeentebesturen, bij de vormgeving betrokken en in de gelegenheid gesteld te adviseren. Moge dit streekplan dan ook een program in hoofdlijnen zijn dat voor de ontwikkeling van dit gebied in de gevoelde behoefte voorziet en dat het program niet tot een doel op-zichzelf-staand wordt verheven. 89

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 43