WAT ANDERE RANKEN EN ORGANISATIES SCHRIJVEN landbouwkoöperatieve raad aan de discussies zal kunnen blijven deelnemen. De doelstellingen van de Nationale Landbouw koöperatieve Raad zijn als volgt geformuleerd: 1. de bevordering van de landbouwcoöperatie en van andere overeenkomstige economische sa menwerkingsvormen van de Nederlandse boe ren en tuinders; 2. de behartiging van de belangen van de leden, o.m. door op te treden als representatief en j coördinerend orgaan van de Nederlandse land bouwcoöperatie; 3. het behartigen van de belangen van land- en tuinbouw, met name door: a. medewerking te verlenen aan de beleids vorming op het terrein van de algemene land- en tuinbouwaangelegenheden; b. bevordering van de verwezenlijking van dat beleid, in het bijzonder voor zover het ge richt is op de versterking van de markt positie van de land- en tuinbouw in de ruimste zin des woords, een en ander met inachtneming van de specifieke taken der land- en tuinbouworganisaties en -coöpera ties. Deze intensieve vorm van samenwerking tussen j de landbouwcoöperaties en de standsorganisaties, welke een tiental jaren geleden wellicht helemaal niet zo vanzelfsprekend was, is een belangrijk J winstpunt. De landbouwpolitiek en het bedrijfsbeleid van de coöperaties krijgen meer aanknopingspunten. Een nauw contact, ook in de werkgroepen, welke door de Raad kunnen worden ingesteld, kan voor de gehele Nederlandse landbouw alleen maar een positief element betekenen. Met 3.900 aangesloten coöperaties is de Oosten rijkse Raiffeisenorganisatie niet alleen één van de sterkste economische eenheden van dat land, maar ook een van de grootste werkgevers, aldus het blad Raiffeisengenossenschaft. In totaal vinden 26.000 mensen hun dagtaak bij deze coöperaties. Hiervan werken er 4.700 in de banksector. Bij het personeelsbeleid gaat men zoveel mogelijk uit van de prestaties van de werk nemers aldus ir. Herbert Kleiss, plaatsvervangend algemeen secretaris van het österreichische Raif- feisenverband. Een mederwerker is slechts dan in staat meer dan middelmatige prestaties te leveren wanneer hij zich niet alleen geheel inzet, maar bovendien over de vereiste kennis en vaardigheid beschikt. Iedere medewerker moet tegenwoordig over een geestelijk instrumentarium beschikken, dat voortdurend wordt aangepast aan de snelle ontwikkeling. Naarmate de gestelde eisen hoger zijn, de ontwikkeling sneller gaat, wordt de bete kenis van het opleidingsinstituut belangrijker. 7R

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 32