SAMENWERKINGSVORMEN „Kruideniersorganisaties moeten op korte ter mijn tot samenwerking komen, bij de sinds kort nog verhevigde concurrentie in de levensmiddelen branche". Aldus klonk het onlangs uit de mond van een van de directeuren van een grote levens middelenorganisatie. Deze oproep past in de alge meen toenemende neiging tot samenbundeling van krachten. In een ontwikkeling waarbij veel kleinere bedrij ven afvallen, de grotere door groei en/of samen smelting in omvang toenemen, wordt het nood zakelijk zich regelmatig te beraden over de eigen positie. Dient deze versterkt te worden dan is dit mogelijk doordat men het bedrijf vergroot, maar ook doordat men met andere ondernemers uit de bedrijfstak of misschien uit de bedrijfskolom (leve ranciers of afnemers) samenwerkt. Bij de interne bedrijfsvergroting kan het zijn dat men dezelfde activiteiten op grotere schaal gaat be drijven of andere activiteiten gaat aantrekken. Men kan dit doen op dezelfde plaats of over verschil lende plaatsen verspreid door middel van filialen. Bij dit alles hoopt de ondernemer te komen tot een produktiviteitsverhoging en-een hogere rentabiliteit van het geïnvesteerde vermogen. Het is echter heel goed mogelijk dat deze bedrijfsvergroting niet te realiseren is omdat de markt een zekere mate van verzadiging heeft bereikt, het vereiste vermogen ontbreekt of de mensen er niet zijn. Een verbetering van de positie van de indivi duele ondernemer kan echter ook gevonden wor den in de één of andere vorm van samenwerking. Deze samenwerking kan een tamelijk los karakter hebben, maar kan ook uitlopen in nauwere ver banden of in een samensmelten van de betrokken bedrijven of ondernemingen. In een tijd waarin de kranten regelmatig spreken over fusies, deelnemingen en het overnemen van bedrijven, krijgen vormen van functionele samen werking dikwijls minder de aandacht. Het is name lijk heel goed denkbaar dat twee of meer kleine of middelgrote bedrijven ten aanzien van bepaalde functies met elkaar samenwerken. De ondernemer eigenaar oefent in vele gevallen een complex van functies uit, waaronder de commerciële functie, de administratieve functie, de financiële functie, de technische en personeelsfunctie. Het is duidelijk dat de ondernemer zijn aandacht en tijd over deze functies moet verdelen en het resultaat sterk af hangt van zijn kwaliteiten, zijn ambities en van het ter beschikking staande personeel. Het gevaar bestaat echter dat niet alle functies voldoende worden verzorgd. In dat geval kan het soms doel matig zijn bepaalde functies met meerdere onder nemers gezamenlijk te verrichten. Hierdoor kan een grotere schaal verkregen worden, waardoor men goedkoper werkt, eventueel deskundigen kan aantrekken en als eenheid een sterkere positie inneemt. Dit laatste is dikwijls nodig om zich tegen het grote bedrijf te weer te stellen. Deze functionele samenwerkingsvormen komen vooral bij de inkoop en verkoop voor, maar daar naast t.b.v. research en reclame. Het is echter ook denkbaar, dat men de technische functie geheel of ten dele samenvoegt. De mate en de vorm waarin men dit realiseert kan variëren van de situatie waarin enkele grossiers incidenteel een wagonlading van een bepaald goed kopen of een grote truck huren tot de situatie waarin zij een dochter-N.V. oprichten, welke de gehele inkoop overneemt. Deze bundeling van krachten is een al een lang 66

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 20