landbouwcommentaar dat er te weinig communicatie is geweest tussen de distributieorganen van de landbouwprodukten en de producenten. Hij verweet de landbouworga nisaties dat ze geen contact hebben onderhouden met de distributiekanalen: dat liet men allemaal over aan de coöperaties. De spreker vond dat de landbouworganisaties hun leden niet voldoende durven te wijzen op de enorme, al in de zeer na bije toekomst te verwachten veranderingen in de marktverhoudingen, door de E.E.G. en in nog breder internationaal verband. Na 1980 zal de gemeenschap geen miljarden meer willen besteden aan ondoelmatige bedrijven, aldus de waarschuwing van deze A.H.-deskundige, die zijn gehoor nog vijf jaar de tijd gaf zich aan te passen aan de afzetmogelijkheden in de toe komst. NAUWERE SAMENWERKING Hoewel in beide verhalen veel waar zit, moeten wij er toch een paar kanttekeningen bij maken. De scheiding, welke door de A.H.-spreker werd gemaakt tussen de landbouworganisaties en de coöperaties doet wat gekunsteld aan als we be denken, dat in de besturen van organisaties en coöperaties veel personele unies voorkomen. Er is trouwens door de organisaties wel degelijk aan dacht besteed aan het afzetvraagstuk. We be hoeven maar te wijzen op het uitvoerige valori satierapport van het Landbouwschap. Wij hebben wel eens de indruk, dat de coöpe raties, zoals zovele commerciële bedrijven, nu niet direct te koop lopen met wat zij werkelijk, al of niet geïntegreerd, doen. Genoeg? Nooit! Er is altijd reden voor ruimere coöperatieve samen werking al is dat dubbel op. GROOT AANPASSINGSVERMOGEN Wij menen voorts, dat de man van A.H. het aanpassingsvermogen van de agrarische produ centen onderschat. De praktijk wijst uit, dat in winstgevende richtingen een snelle uitbreiding plaatsvindt. De varkenshouderij is hiervan een voorbeeld en ook de tuinbouw, de sierteelt, de pluimveehouderij en de kalvermesterij. Dit wil echter bepaald niet zeggen, dat de produktie- takken welke het sterkst door de markt- en prijs politiek worden beschermd (melkveehouderij, graanteelt en suikerbietenteelt), zijn verstard. Iedere deskundige weet, dat de rationalisatie ook in deze bedrijfsonderdelen doorgaat, wat blijkt uit de toenemende produktie per man. Het is echter een feit, dat de producenten van melk, graan en 64

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 18