hoever zijn we in de E.E.G. de belangrijkste produkten gekomen. Veel onge lukken zijn daarbij niet gebeurd op één uitzonde ring na, nl. de pluimveehouderij. Hier heeft men nl. een formule gebruikt waarin niet alleen de kostenfactoren, maar ook de hoeveelheid eieren per kip een rol speelden, zodat de berekeningen zeer in het voordeel van de Duitsers uitvielen, die daardoor flink hebben geprofiteerd ten koste van de Nederlanders. Nog een slechte zaak is ons in deze overgangs periode overkomen, nl. de Franse weigering om de bepalingen over meerderheidsbesluiten welke bij de overgang van de eerste naar de tweede fase moesten worden geïntroduceerd te accep teren. Daardoor heeft Frankrijk voor zichzelf, maar natuurlijk ook voor de anderen als zij dat wensten, een veto-recht gehandhaafd, waardoor de gemeen schap langzaam maar zeker werd verlamd en waar door met name de bevoegdheden van de commis sie werden uitgehold. Dit laatste had natuurlijk ook zonder wijziging in de beslissingsbevoegdheid gekund, maar het veto recht heeft er weer toe bijgedragen dat veel be slissingen aan de Raad werden voorbehouden wat bij de conceptie van het Verdrag beslist niet de bedoeling was. Immers in het Verdrag lezen we dat de commissie verantwoording is verschuldigd aan het parlement, dat het parlement de commissie naar huis kan sturen en dat het parlement de be groting van de commissie moet goedkeuren. Een begroting welke moet worden opgesteld zodra de gemeenschap eigen middelen heeft. Men heeft bij de opstelling van het verdrag dus kennelijk de Europese commissie gezien als de voorloper van een Europese regering met eigen bevoegdheden, eigen middelen en eigen verantwoordingsplicht. Geen van de artikelen die op dit onderwerp be trekking hebben zijn uit het verdrag geschrapt. Men heeft alleen kans gezien tot nog toe om ze te omzeilen, hetgeen met name door de vorige president van Frankrijk werd geëist. In hoeverre de huidige situatie door de Haagse topconferentie is verbeterd, blijkt uit de besluiten van de mara thon voor Kerstmis. De landbouwfinanciering is hierbij geregeld, terwijl ook de bevoegdheden van het parlement geleidelijk worden vergroot en in 1975 zelfs uitgroeien tot een volledig budgetrecht. Het lijkt of de Franse publieke opinie de huidige president heeft overtuigd, dat hij meer Europees moet koersen en dit zou een grote vooruitgang betekenen. Vlak voor het bereiken van de eindstreep van de gemeenschappelijke landbouwpolitiek zijn wij opgeschrikt door een paar maatregelen op mone tair gebied welke naar mijn mening de gehele excercitie van de vrije markt in landbouwprodukten hebben doen mislukken, nl. de devaluatie van de Franse frank en de revaluatie van de D-mark. Deze gebeurtenissen wierpen hun schaduwen al ge ruime tijd vooruit en de Raad van ministers had ook steeds bij het vaststellen van prijzen deze uitgedrukt in Eurodollars of rekeneenheden. Zij had ook precies bepaald op welke wijze de reken- eenheden werden uitgerekend in de verschillende valuta's en wanneer eventueel de waarde van de rekeneenheid zou moeten worden gewijzigd. Toen de Franse frank devalueerde besloot de minister raad evenwel eigenlijk in strijd met zijn eigen opvattingen de rekeneenheid in alle andere vijf valuta's dezelfde te houden. Dit betekende dat de Franse frank alleen werd aangepast. Aangezien de landbouwprijzen in rekeneenheden waren vastge steld, dienden dus alle Franse landbouwprijzen te worden verhoogd. Maar dit was beslist niet de bedoeling van de Franse regering. Zij devalu eerden om hun kostenpeil naar beneden te krijgen en een automatische verhoging van de kosten van de eerste levensbehoeften brood, melk en vlees zou dit in belangrijke mate ongedaan kunnen maken. Er werd dus een speciale regeling ont worpen waarbij weer heffingen aan de binnen grenzen worden geheven, Franse heffingen op export. De Franse regering dient de binnenlandse prij zen binnen drie jaar weer in overeenstemming te brengen met de Europese prijzen en dient dan de heffingen weer af te schaffen. Deze regeling geldt alleen voor interventieprodukten en produkten welke daarmee ten nauwste samenhangen, dus weg vrij verkeer, weg gemeenschappelijke land bouwmarkt. Door enige manipulatie met deze hef fingen kan de export van overige E.E.G.-landen naar Frankrijk (want let wel bij invoer van deze zelfde artikelen in Frankrijk moet het tegendeel van een heffing dus een subsidie worden gegeven door Frankrijk) worden bemoeilijkt. Tot nu toe heeft onze varkensexport naar Frankrijk er geluk kig nog niet onder geleden, maar het kan wel zo maar weer gebeuren. 56

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 10