fwm
li1!'
WAT ONS
BEZIG
HOUDT...
COMMUNICATIE
In het decembernummer werd geschreven over
opleiding personeel van de aangesloten banken.
De Centrale Bank heeft hier, evenals bij het in
stellen van de Raiffeisencursus, het initiatief ge
nomen. De reacties van de aangesloten banken op
de desbetreffende circulaire waren talrijk en posi
tief.
De motieven, welke worden genoemd om de
verdere opleiding van het personeel van de aan
gesloten banken te bevorderen, gelden natuurlijk
evenzeer voor de noodzaak van opleiding van per
soneel van de Centrale Bank. De leiding van de
Centrale Bank is zich daar zeer wel van bewust.
Reeds enige tijd geleden is op analoge wijze,
zoals nu voorgesteld aan de lokale banken, be
gonnen met cursusgroepen voor leidinggevend
personeel van de Centrale Bank. Bij de discussie
tijdens deze cursussen is een aantal vraagpunten
naar voren gekomen, welke nu door een drietal
werkgroepen worden behandeld.
Het is duidelijk dat, nu het personeelsbestand
zo sterk stijgt en de taken toenemen, er voor moet
worden gezorgd dat eventueel optredende knel
punten zo spoedig mogelijk worden weggenomen.
De onderlinge communicatie binnen de Centrale
Bank behoort daarbij de voortdurende aandacht te
hebben omdat het alleen dan mogelijk is als een
eenheid te kunnen blijven werken. Deze commu
nicatie zal echter niet tot een communicatie binnen
de Centrale Bank zelf beperkt mogen blijven. Ook
de aangesloten banken zullen de resultaten ervan
moeten bemerken.
VESTIGINGSREGELING UTRECHT-EINDHOVEN
In de afgelopen najaarsringvergaderingen zijn
nadere mededelingen gedaan over het overleg in
zake het vestigingsbeleid tussen de Coöp. Cen
trale Boerenleenbank en de Coöp. Centrale Raiff-
eisen-Bank. De daartoe twee jaar geleden in het
leven geroepen Commissie van Overleg heeft tot
nu toe heel wat incidentele vestigingskwesties
besproken en veelal tot een oplossing weten te
brengen.
Men hoort in de organisatie wel eens de mening
verkondigen, dat de resultaten van dit overleg
pover zouden zijn. Wij kunnen deze mening niet
delen. Er zijn wel degelijk concrete resultaten be
reikt. Er zijn, wederzijds, plannen tot nieuwe ves
tigingen, welke reeds bestaande kantoren van de
andere organisatie zouden kunnen benadelen, ge
annuleerd. Er zijn afspraken tot stand gekomen,
gericht op een doelmatige, gecoördineerde, con
currentie verminderende bewerking van bepaalde
plaatsen.
Vanzelfsprekend zijn er ook vestigingskwesties
niet tot een alle partijen bevredigende oplossing
gebracht. Niet over alle aan de Commissie van
Overleg voorgelegde punten kon tot overeenstem
ming worden gekomen in de commissie, of met de
betrokken plaatselijke banken.
Dit constaterende is de Commissie van Overleg
tot een principieel belangrijk besluit gekomen. In
de laatstelijk gehouden algemene vergaderingen
van de centrale banken hebben de voorzitters van
beide organisaties hierover reeds mededelingen
gedaan. In de Raiffeisenbode van juli jl. zijn wij
hierop ingegaan.
Aan de in 1970 te houden algemene vergade
ringen van de beide centrale banken zal het voor
stel worden gedaan een regeling inzake het ves
tigen van kantoren en zittingen vast te stellen. Aan
6