FF... DA'5 DE I Oe KEE XE KEK NIET AAN Z'N TREKKEN BEKOMEN VANDAAG,! den als „stoffering", zoals bijvoorbeeld materialen en werktuigen, welke worden gebruikt bij de uit voering van het bedrijf. Derden moeten zeer duidelijke betere rechten kunnen aantonen, willen bepaalde goederen uit het bodembeslag ontslagen kunnen worden. Zo wordt in het algemeen het feit dat men ze kerheidseigenaar is door de fiscus niet voldoende van belang geacht om tot vrijgave uit het beslag over te gaan. Bovendien heeft een derde, die meent betere rechten dan de ontvanger te hebben slechts zeer kort de tijd om tot actie over te gaan. Binnen acht dagen nl. na het leggen van het bo dembeslag moet die derde een verzoek tot vrijgave doen. Waar de cliënt niet te koop zal lopen met zijn moeilijkheden met de ontvanger en het bodem- beslag niet aan de grote klok wordt gehangen, zal de derde dikwijls eerst te laat van het beslag horen, zodat de termijn om een verzoek tot vrij gave te doen, verstreken zal zijn. Men kan weliswaar ook via de rechter de vrij gave vorderen, maar geen zekerheidseigenaar zal het een pretje vinden een omstandige- en kost bare procedure te moeten gaan voeren, temeer niet waar de Invorderingswet en de daarbij beho rende jurisprudentie hem nu niet zoveel kansen op succes geven. Een gewaarschuwd mens telt voor twee: Zeker heidseigendom kan niet alleen worden aangetast doordat een onbetrouwbare cliënt verduistering pleegt, maar kan ook illusoir worden door een bodembeslag. 4(1

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1970 | | pagina 42