heeft gehad. De discussie over het toekomstige
structuurbeleid is veel intensiever geworden en
Mansholt heeft, na aanvankelijk felle kritiek, de
landbouw in elk geval meegekregen voor de grote
lijnen van zijn plan. In binnen- en buitenland is
echter gebleken, dat aantasting van de boeren-
inkomens algemeen wordt afgewezen. De cijfers
welke minister Lardinois bij de behandeling van
de landbouwbegroting in de Tweede Kamer noem
de, onderstreepten deze afwijzing: de bewindsman
liet op niet mis te verstane wijze uitkomen hoe
belangrijk de land- en tuinbouw en de agribusiness
zijn voor onze nationale economie.
Mogen we dus op deze gronden een zeker ver
trouwen stellen in de bijdrage die de overheid zal
leveren aan de goede gang van zaken in de land
en tuinbouw, de hoofdtaak blijft weggelegd voor
het bedrijfsleven zelf. Wij besluiten dit eerste
commentaar in het nieuwe jaar dan ook gaarne
met een citaat uit de brochure „Mening over
Mansholt", welke eind vorig jaar door het Land
bouwschap werd uitgegeven: „Het is nu de taak
van alle boeren en tuinders om zich de toekomst
mogelijkheden van hun bedrijf zo scherp en zake
lijk mogelijk voor te stellen. Wensdromen baten
niet in het economisch leven. Het rustige platte
landsverleden komt nooit meer terug. Ondernemer
schap, schaalvergroting en samenwerking zijn de
wachtwoorden voor de toekomst. Gewapend met
deze zakelijke opvattingen kunnen de boeren en
tuinders hun organisaties aanzetten tot het be
pleiten van al die landbouwpolitieke maatregelen,
die ook voor het moderne landbouwbedrijf onmis
baar zijn."
Tijdens de marathonvergadering te Brussel van de E.E.G.-ministers. V.l.n.r. voorzitter Jean Rey, vice-voor-
zitter Mansholt, commissaris voor externe betrekkingen Gaetano Martino en de Franse minister van bui
tenlandse zaken Maurice Schumann.
13