Air. J. R. Haverkamp heeft zjju werkzaamheden om gezondheidsredenen ?noeten beperken. Hij Zf'l daarom tijdelijk zjjn taak als hoofdredacteur niet vervullen. De redactie betreurt het zeer dat zj de hoofdredacteur tijdelijk Zal moeten missen. WAT ONS BEZIG HOOPT... MIDDENSTANDSBEDRIJVEN Naast de sanering krijgt ook de ontwikkeling van de middenstand meer aandacht. Beziet men de gegevens van de Stichting Ont wikkeling en Sanering voor het Midden- en Klein bedrijf dan hebben alleen al in 1968 ruim 2.450 kleine ondernemers hun deuren gesloten. Hiertoe behoorden ruim 1.400 winkeliers en ruim 700 on dernemers in de ambachts- en dienstensector. Het merendeel van deze mensen genoot slechts een inkomen van f 3.000 tot 8.000. Slechts circa 3,5 kwam boven de f 9.000 uit. Tot nu toe was de hulp sterk beperkt door de vrij lage inkomengrens. Krachtens zijn jongste nota over het midden- en kleinbedrijf gaat de staatssecretaris daar iets aan doen. Volgens de heer Van Son verkeren er thans nog meer dan 70.000 middenstanders in sociaal zorgelijke omstandigheden doordat zij een laag inkomen hebben. Voor zover er in een bedrijf nog perspectief zit, kunnen zij aankloppen voor ontwik kelingshulp, ook wanneer het inkomen tussen 16.500 en 25.000 valt. Zij komen nu ook in aanmerking voor kredieten ter ontwikkeling van het bedrijf of voor steun bij omschakeling op een andere branche. Bovendien kan de staatssecretaris bepalen dat voor bepaalde steden of gebieden helemaal geen inkomengrens geldt. Voor alle overige achterblijvers wordt de bestaande saneringsregeling met een periodieke levenslange uitkering voor oudere ondernemers (met de beperking: geboren vóór 1911 en een in komen even beneden de f 10.000) vervangen door een overbruggingsregeling van twee jaar voor elke zelfstandige beneden de 65 jaar met een inkomen beneden de f 13.000, die zijn bedrijf wenst te sluiten om op andere wijze zijn boterham te ver dienen. Ook streeft de staatssecretaris naar een ver eenvoudiging van de kredietregeling. Over de exclusieve rol van de Ned. Midden- standsbank bij de garantiekredietverlening zegt drs. Van Son, dat praktische overwegingen zich verzetten tegen doorbreking van dat monopolie. Hij acht op allerlei gronden het algemeen open stellen van de verlening van garantiekredieten voor andere banken „niet verantwoord", hoewel hij zegt begrip te hebben voor de bezwaren van die zijde. 574

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 6