onze belastingen
drijf werkzaam was. Het Gerechtshof kwam tot het
hogere bedrag omdat mocht worden aangenomen,
dat de vrouw het desbetreffende aantal uren mee
werkte en wel tegen een uurloon van 2,Der
halve werd haar redelijke beloning op 5.000,
gesteld. Bij de beoordeling werd overwogen dat,
gezien de aard en omvang van het bedrijf, met
name het bouwplan en de rundveebezetting, het
houden van varkens en kippen, de omstandigheid
dat geen tractor aanwezig was en de hulp van
vreemde arbeidskrachten ontbrak, de echtgenote
haar man ter aanvulling van diens werkzaamheden
in het bedrijf bijstond, waardoor het aantal ge
werkte uren op 2500 per jaar waren te stellen.
Wil er van belastingvermindering sprake zijn,
dan mogen de werkzaamheden van de vrouw in de
onderneming van haar man niet naar hun aard in
de sfeer van de normale huishoudelijke verzorging
van het gezin liggen. Ten aanzien van de vrouw
van een tandarts, met twee praktijkassistenten,
werd de aftrek geweigerd, omdat het waarnemen
van de telefoon, het doen van de praktijkwas en
het zorgen voor koffie en thee niet voldoende is
om aan te geven, dat de vrouw geregeld en in be
langrijke mate meewerkt in het door haar man
uitgeoefende beroep. Deze soort werkzaamheden
liggen in de huishoudelijke sfeer.
In een ander geval moest voor een belasting
plichtige, die overdag ambtenaar op het stadhuis
was en 's avonds administrateur van een kruis
vereniging, worden beoordeeld of de werkzaam
heden die de man in de avonduren verrichtte, en
die daarin door zijn vrouw werd bijgestaan, kon
den worden aangemerkt als het uitoefenen van
een zelfstandig beroep. Belastingplichtige stelde,
dat hier sprake was van een zelfstandig beroep,
omdat de arbeid werd verricht op de door hem ge
kozen wijze en tijd en met door hemzelf gekozen
en betaalde assistenten. Het Gerechtshof oor
deelde anders, daarbij overwegende dat belang
hebbende slechts voor één opdrachtgever, te
weten de kruisvereniging, werkte en dat die werk
zaamheden werden verricht naast en los van zijn
volle dagtaak omvattende dienstbetrekking en
voorts, dat de verrichtingen niet moeten worden
beschouwd als een door hem zelfstandig uitge
oefend beroep, doch aan te merken waren als
andere opbrengst van arbeid. De belastingvermin
dering werd dus voor zijn meewerkende echtge
note, zij verleende haar man assistentie in de
werkzaamheden van de administratieve beslomme
ringen voor de kruisvereniging, geweigerd, omdat
alleen aftrek wordt toegestaan, indien de vrouw
geregeld en in belangrijke mate meewerkt in het
door de man uitgeoefende bedrijf of zelfstandige
beroep.
Tenslotte nog de leraar, die, naast zijn dienst
betrekking, correctiewerk voor een opleidings
instituut verricht, alsmede mondelinge lessen geeft
aan leerlingen, die schriftelijke cursussen bij dit
instituut volgen. De leraar zag in dit bijwerk, waar
in zijn vrouw hem bijstond, een zelfstandig uitge
oefend beroep en claimde een belastingverminde
ring voor zijn meewerkende echtgenote. Evenals
de avonduren van de ambtenaar werden de werk
zaamheden van de leraar voor het instituut aange
merkt als „andere opbrengst van arbeid" en de
vermindering voor de door de leraarsvrouw ver
richte assistentie geweigerd.
Ter afsluiting van dit artikel zij nog vermeld, dat
ter berekening van de netto-arbeidsinkomsten er
rekening mede wordt gehouden, dat, evenals op
het loon van de man, op het loon van de vrouw
een kostenaftrek van 5 dient te worden toege
past (met een minimum van 240,of zo de
werkelijke kosten hoger zijn, het hogere bedrag,
terwijl voorts, indien reiskosten zijn gemaakt, moet
worden afgetrokken het bedrag, dat ingevolge de
reiskostenregeling van toepassing is.
Bij de berekening van de netto-arbeidsinkom
sten moet de ingehouden premie AOW/AWW niet
worden afgetrokken.
569