stichtingskosten en de huidige rentevoet zou de kostprijsverhuur van een nieuwe woning van de kwaliteit waaraan we nu gewend zijn, beslag leg gen op ongeveer 1/3 van het bruto-inkomen van een geschoolde arbeider. De feitelijk gevraagde huur echter dekt slechts rond de helft van het be nodigde bedrag. Ondanks het grote verschil tus sen de gevraagde huur en de kostprijshuur kan niet worden ontkend, dat in ons land, waar in het algemeen de huurquote laag moet worden geacht, bepaalde financieel weinig draagkrachtige gezin nen, die niettemin op een nieuwe woning zijn aan gewezen, op naar verhouding hoge lasten komen. EIGEN WONINGBEZIT In de memorie van toelichting bij de begroting voor het dienstjaar 1969 is erop gewezen, dat zich de laatste jaren aanzienlijke wijzigingen hebben voorgedaan in de verdeling van de nieuwbouw naar categorieën, voornamelijk als gevolg van de verhoudingsgewijs sterke toeneming van de wo- ningwetbouw. De bouw van eigen woningen is daarbij duidelijk achtergebleven. Nam het totale aantal voltooide woningen van 1962 tot 1968 toe met ongeveer 50 bij de eigen woningen was de stijging minder dan 15%. BEJAARDENHUISVESTING Het aantal voltooide bejaardenwoningen, dat de laatste jaren rond de 4000 per jaar schommelde, is in 1968 gestegen boven de 7000. De zorg voor een geëigende huisvesting van bejaarden is niet alleen van belang uit een maatschappelijk oogpunt, maar biedt tevens het voordeel, dat de doorstro- 563

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 45