verlening bij de modernisering en de omschake
ling van bedrijven en bij het bevorderen van pro
jecten van gemeenschappelijk Europees belang.
E.V.A.
Een wat meer gerichte overeenkomst is de
Europese Vrijhandels Associatie (de E.V.A.). Deze
werd door de Conventie van Stockholm van 20
november 1959 opgericht. De zeven deelnemende
landen zijn Denemarken, Noorwegen, Oostenrijk,
Portugal, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwit
serland. In 1961 werd Finland geassocieerd lid.
De overeenkomst tussen de acht landen beoogt
het scheppen van één markt door de afschaffing
van de douanerechten en alle andere beperkingen
op de handelsbetrekkingen tussen de lid-staten.
Datum van definitieve instelling van de vrijhandels
zone werd vastgesteld op 31 december 1966. De
Conventie van Stockholm slaat in principe slechts
op industriële produkten alhoewel ze ook rege
lingen bevat in verband met de handel in land
bouw- en visserijprodukten.
COMECON
Een organisatie welke als de tegenhanger van
de EEG zou kunnen worden gezien, is de Come
con. Deze werd in 1949 opgericht op initiatief van
de Sovjet-Unie; zij was dan ook bedoeld als eco
nomische tegenhanger van het Marshallplan. Leden
zijn de Oostbloklanden. Zij beoogt de uitwisseling
van kennis op economisch gebied, wederzijdse
technische hulp en levering van grondstoffen, voe
dingswaren, machines en technische uitrusting.
in de ontwikkelingslanden die geen lid zijn. De
samenwerking zal bovendien een grotere prioriteit
aan de hulp aan de ontwikkelingslanden geven.
E.M.O.
Om het na-oorlogse betalingsverkeer tussen de
lid-staten van de O.E.E.S. beter te laten functio
neren trad in 1950 de Europese Betalings Unie (de
E.B.U.) in werking, een multilateraal betalings
akkoord met centrale verrekening van saldi. Dit
akkoord moest de veelheid van bilaterale beta
lingsovereenkomsten welke tevoren tussen de
O.E.E.S.-landen hadden bestaan, vervangen.
In 1958 kwam de Europese Monetaire Overeen
komst (de E.M.O.) in de plaats van de E.B.U. Ze
werd in 1961 door de O.E.S.O. overgenomen. Alle
leden van de O.E.E.S. bleven lid. Canada en de
U.S.A., welke later toetraden tot de O.E.S.O. zijn
geen lid van de E.M.O.
B.I.B.
De Bank voor Internationale Betalingen (de
B.I.B.) in Bazel treedt op als agent bij internatio
nale verrekeningen, onder meer in het kader van
de E.M.O. De bank is in 1930 opgericht door de
centrale banken van België, Frankrijk, Groot-Brit-
tannië, Italië, West-Duitsland en Japan en een
groep van drie Amerikaanse banken. Haar voor
naamste activiteit bestaat in het uitvoeren van de
taken welke haar worden opgedragen door de
centrale banken.
O.E.S.O.
Een veel grootser opgezette organisatie vormt
de Organisatie voor Economische Samenwerking
en Ontwikkeling (de O.E.S.O.). Deze is in 1961
voortgekomen uit de Organisatie voor Europese
Economische Samenwerking (de O.E.E.S.) waarvan
18 Europese landen lid waren. De opdrachten van
de O.E.E.S. waren uitgevoerd en de wijziging van
het economisch wereldbestel maakte het wenselijk
nieuwe regelingen op te stellen voor de interna
tionale economische samenwerking.
Naast de O.E.E.S.-landen zijn nu ook Canada, de
Verenigde Staten en Japan lid van de O.E.S.O.
De doeleinden van deze organisatie bestaan
onder andere in het bereiken van een zo groot
mogelijke economische expansie in de lid-staten en
561