financieel overzicht Duitse mark, gevolgd door een officiële revalua tie deed veel kapitaal ons land binnenstromen, hetgeen een ontspanning betekende voor de geld en kapitaalmarkt. Toen echter bleek dat de gulden niet mee zou revalueren, verliet een gedeelte van dit kapitaal weer ons land. Beide kapitaalbewe gingen hadden per saldo tot gevolg dat ruim 1,5 miljard niet repatrieerde. Volgens schattingen was hiervan 1 miljard van Nederlandse oorsprong. De obligatiemarkt vertoonde onder invloed hiervan een veel vriendelijker stemming dan we tot voor kort gewend waren. Bij hoge omzetten konden koersverbeteringen van enkele procenten worden geboekt, welke vooral de langstlopende leningen ten deel vielen. Deze leningen hadden juist ook in de afgelopen maanden de grootste koersverliezen geleden. De effectieve rendementen op staats obligaties daalden in een snel tempo tot ver onder de 8 In dat klimaat vonden de twee 8 staats leningen, door middel waarvan niet minder dan f 500 miljoen aan de markt werd onttrokken, een zeer goed onthaal. Gestimuleerd door dit succes zag ook de Bank van Nederlandsche Gemeenten hierin de gelegen heid zelf ook een 8 7-jarige lening uit te schrij ven, groot 150 miljoen, waarbij het recht werd voorbehouden dit bedrag te verhogen tot maximaal f 200 miljoen, van welk recht, gezien de aanzien lijke buitenlandse belangstelling, gebruik werd gemaakt. De uitgiftekoers kon door de ruim aan wezige beleggingsvraag van de zijde van het buitenland twee dagen voor de inschrijvinng op 100% worden gesteld. Aan het succes van deze lening behoefde onder deze omstandigheden niet te worden getwijfeld. Ten aanzien van de koersvorming van de nieuwste staatsleningen kan nog worden opge merkt dat vooral de 25-jarige lening verrassend goed voor de dag kwam. De notering bleef aan vankelijk onder de uitgiftekoers van 981/2 maar herstelde zich een week later zodanig dat de pari stand ruimschoots werd overschreden. De a pari uitgegeven 8 7-jarige lening moest daarentegen wat terugwijken en kwam onder de koers van de langlopende lening te liggen. Wellicht heeft de uitgifte van de zoeven genoemde korte BNG-lening hiertoe bijgedragen. Van de rentedaling dient men zich geen al te grote voorstelling te maken daar onder meer de zeer grote vraag naar kapitaal ten behoeve van de investeringen, internationaal gezien, onverminderd zal aanhouden. DE AANDELENMARKT De aandelenmarkt profiteerde eveneens van de ontspanning welke op de obligatiemarkt merkbaar was. Vooral de lokale markt ondervond hiervan de gunstige invloed. De belangstelling van het buitenlands beleggend publiek speelde hierbij stel lig een rol. Bovendien werd men aangemoedigd door het zeer krachtige herstel op de New Yorkse beurs waar het Dow-Jonesindex in twee weken met maar liefst zestig punten verbeterde, waar door deze index zich een eind verwijderde van de 800-grens, welke psychologisch van veel beteke- kenis was. De vraag richtte zich op goede lokale waarden met gunstige winstvooruitzichten. Het waren vooral de verzekeringssector en de sector van de uit geverij-aandelen welke de grootste aandacht trok ken. Er werden flinke koerswinsten behaald welke niet geheel konden worden gehandhaafd. Ook de bankaandelen lagen vast in de markt. De internationals konden echter minder goed mee komen. De koers van de aandelen Kon. Olie stond nog steeds onder druk van Amerikaanse verkopen. De resultaten over het derde kwartaal vielen, gemeten aan de resultaten van andere petroleum- maatschappijen, echter geenszins tegen. Ook de kwartaalcijfers van de andere interna tionals hadden weinig invloed op de koersvorming, hetgeen erop zou kunnen wijzen dat de bericht geving bij deze concerns zodanig is verbeterd dat de beurs niet meer zo vaak voor verrassingen komt te staan. Het verdere koersverloop zal voor een groot deel bepaald worden door de ontwikkeling op het rentefront en door de daarmee samenhangende winstvooruitzichten over 1970. Eveneens van grote betekenis is het gedrag van de beleggingsfondsen welke tot nu toe als ver kopers op de markt opereerden, waardoor de liqui diteiten van deze fondsen aanzienlijk konden toe nemen. 550

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 32