GEVOLGEN Vooralsnog verdiept men zich vooral in de mo gelijke gevolgen van een toetreding. Zo heeft de Britse regering het ongunstige betalingsbalans effect (inclusief de kosten van het landbouwbeleid) van een eventuele toetreding tot de EEG geschat op 500 a 1.000 miljoen pond. Voor wat betreft de monetaire gevolgen zijn er reeds in de loop van de zomer uitspraken gedaan door de directeur van de Italiaanse centrale bank, Guido Carli, welke een studie maakte over de totstandkoming van een Europese monetaire zone. Deze achtte Engeland een onmisbare schakel in dit geheel. De totale schuldpositie van Engeland zou bij dit alles geen onoverkomelijk bezwaar zijn, zij het dat er op korte termijn niet voldoende overschotten op de lopende rekening zijn om de kortlopende schulden af te lossen. Triffin, die eveneens over Engeland en de EEG rapporteerde, stelde een overgangsfase van vijf jaar voor, ge durende welke periode Engeland zich zou kunnen aanpassen. Daarbij zou consolidering van de kort lopende schulden via het I.M.F. moeten plaats vinden. Een belangrijk probleem is ook, hoe de industrie en de landbouw van Engeland quantitatief en kwali- 547

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 29