Mutaties in de toevertrouwde middelen bij de aangesloten Raiffeisenbanken COMMENTAAR OP DE CIJFERS Spaarresultaten bij de verschillende spaarinstellingen Bedragen x f 1 miljoen 1968 oktober jan. t/m okt. Spaartegoed 74,4 77,1 637,6 493,3 Tegoed op privérekeningen 0,4 4,0 142,9 103,6 Overige tegoeden in rekening-courant 17,9 10,8 208,8 183,7 Totaal 92,7 91,9 989,3 780,6 Oktober Het bedrag waarmede de toevertrouwde middelen toe namen, verschilde slechts weinig van dat van vorig jaar. Hierbij moet echter in aanmerking worden genomen dat vorig jaar in de mutatie van het spaartegoed was begrepen f 11,1 miljoen afkomstig van een overgenomen spaar- instelling. Vergelijking met de oktobermaanden van de jaren 1964 t/m 1967 valt nog gunstiger uit. De mutatie in de toever trouwde middelen lag dit jaar 75 hoger dan de ge middelde mutatie in de oktobermaanden van de jaren 1964 t/m 1967. Voor het spaaroverschot bedroeg dit percentage 52. De toename van de uitzettingen lag 135 boven het ni veau van de jaren 1964 t/m 1968. Vooral de leningen ver strekt aan rechtspersonen en de rubriek effecten vertoonden een toename welke groter was dan in voorgaande jaren. Voor de post effecten vindt dit zijn verklaring in de uitgifte van f 18,0 miljoen deposito-obligaties. januari t/m oktober In vergelijking met de gemiddelde mutatie in de vijf voor gaande jaren vertoonde de aanwas van toevertrouwde mid delen een toename van 91 Voor de spaargelden bedroeg dit percentage 70 en voor de creditsaldi in rekening-courant 149. Gedurende de eerste tien maanden van dit jaar namen de uitzettingen met f 663,8 miljoen toe, de voorschotten verstrekt aan natuurlijke personen eisten hiervan met f 565,0 miljoen het leeuwendeel op. De debetsaldi in reke ning-courant ondergingen een gebruikelijke vermindering, welke dit jaar f 37,1 miljoen bedroeg. Evenals voor de mutatie in de toevertrouwde middelen is voor de toename van de uitzettingen uitgerekend met hoe veel procent het niveau ten opzichte van de vijf voor gaande jaren is toegenomen. Voor de uitzettingen in tota liteit bedroeg dit percentage 74 en voor de voorschotten ver strekt aan natuurlijke personen 66. 1968 Bedragen x f 1 miljoen Oktober Spaarverschil Spaartegoed 31 oktober Inlagen Terug betalingen oktober november jan. t/m okt. Bedrag Raiffeisenorganisatie 345 297 272 234 73 63 43 629 531 7.513 6,629 24,8 24,3 Boerenleenbankorg. 273 204 232 177 41 27 22 425 323 4.900 4.301 16,1 15,8 Rijkspostspaarbank 150 134 145 135 5 1 —11 20 145 248 5.391 5.088 17,8 18,6 Alg. Spaarbanken 604 485 595 474 9 11 9 430 389 7.340 6.684 24,2 24,5 Handelsbanken e.o. 335 31-0 3 25 14 474 583 5.187 4.578 17,1 16,8 1.455 1.330 131 125 50 2.103 2.074 30.331 27.280 100,0 100,0 Exclusief met handelsbanken gelieerde spaarbanken. 545

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 27