krediet en jaarstukken opmerkten, steeds de samenhang met rentabiliteit en solvabiliteit. Bij een onrendabel of verlies gevend bedrijf blijft in het algemeen de zo brood nodige vorming of versterking van eigen vermogen achterwege. Betalingen aan crediteuren worden uitgesteld, dit saldo loopt op, de solvabiliteit wordt geringer, kortom de moeilijkheden worden steeds groter. Het zal voor een bank een onaantrekkelijke, zo niet onmogelijke zaak zijn een dergelijk bedrijf te financieren. Wij willen er tenslotte nog op wijzen, dat door een snelle expansie zelfs een aanvankelijk gezond bedrijf in moeilijkheden kan komen. Omvangrijke investeringen (vastleggingen) in een nieuwe garagehal, showroom of supermarkt e.d. kunnen de uit eigen lang vreemd vermogen aanwezige middelen verre te boven gaan, zodat zelfs na het aantrekken van hypothecair nieuw vreemd vermogen de liquiditeit na investering en kredietverlening verre van bevredigend is. Een bijkomstige moeilijkheid kan zijn dat door de gro tere bedrijfsomvang de „vaste kernen" in de grotere voorraden en debiteurensaldi als regel eveneens worden vergroot en dat de toppen van de kortstondige financieringsbehoeften hoger kun nen reiken. Deze extra behoefte aan middelen wordt wel eens over het hoofd gezien. Uit het voorgaande moge blijken, dat vooral indien het gaat om belangrijke investeringen een grondige analyse van de jaarstukken alsmede een nauwkeurige bestudering van de ingediende inves- terings- en exploitatiebegroting en de financie- ringsopzet een eerste vereiste is voor de krediet- verlenende bank. Slechts dan zal het wellicht mo gelijk zijn tot een in alle opzichten passende en verantwoorde financiering te komen. RESULTATENBESCHOUWING RAIFFEISEN-SPAARWEEK 1969 Ofschoon wij thans nog geen exacte cijfers kunnen geven, is onze eerste indruk omtrent de resultaten van de Raiffeisen-spaarweek 1969 toch wel gevestigd. Naar onze mening kunnen we terugzien op een zeer geslaagde actie! Een eerste indruk overigens, die wij ons hebben kunnen vor men dank zij de medewerking van de aangesloten banken. Reeds in de eerste week na de actie kwa men de enquêteformulieren in grote hoeveelheden binnenstromen. Het past ons hier wel onze erken telijkheid te betuigen voor deze bijzonder snelle reactie, maar bovenal voor de uitvoerige, conse quente beantwoording van de in onze enquête ge stelde vragen. Verschillende banken zijn zelfs nog verder gegaan en hebben om de informatie te completeren ook vergelijkende cijfers van voor gaande jaren gegeven. Vrijwel unaniem is het oordeel van de banken dat zowel het aantal stortingen, de grootte van de spaarbedragen als het aantal nieuwe spaarders in vergelijking met voorgaande jaren is toegenomen; bij een vrij groot aantal banken met de helft of zelfs zijn deze cijfers bij een aantal banken verdubbeld. In 1968 zou de klacht naar voren zijn gekomen over de enorme toeloop van jeugd tijdens de Raif- 532

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 14