ring van de langdurig vastgelegde middelen (ge bouwen, terrein). Dit tast de liquiditeit van een bedrijf niet aan. Een aanwezig vreemd vermogen kan in feite wel worden opgevraagd, al dan niet met een bepaalde opzegtermijn. Hieraan kan slechts worden voldaan wanneer het mogelijk is de activa in geld om te activa x 1.000, Vastgelegde middelen: grond, opstallen, inventaris 140 Vlottende middelen: voorraden, debiteuren 100 Liquide middelen: kas/bank/giro 20 260 zetten, liquide te maken. Die mogelijkheid is echter voor de afzonderlijke activa niet gelijk. Met het oog hierop komt men in de jaarstukken meestal reeds een bepaalde rangschikking in de balans- posten tegen. Een voorbeeld ter verduidelijking: passiva x 1.000, Eigen vermogen: eigen middelen, firmakapitaal, aandelenkapitaal 130 Vreemd vermogen lang: hypothecair voorschot, lening familie 80 Vreemd vermogen kort: crediteuren, bankkrediet, transitoria 50 260 Balans Nu zijn er ook in voorraden en debiteuren „vaste kernen" aanwezig en daarom is het gewenst, dat hier een permanente vermogensvoorziening tegen over staat. Dit houdt in, dat het eigen vermogen, zo nodig vermeerderd met het lange vreemde vermogen, voldoende moet zijn voor de financie ring van: 1e. de vastgelegde middelen 2e. een flink deel van de vlottende middelen, nl. de vaste kern. Bij de kredietbeoordeling zal aan de hand van de jaarstukken (zoals gezegd bij voorkeur van de laatste drie boekjaren) steeds moeten worden na gegaan in hoeverre dit het geval is. Dit kan dan als volgt geschieden, waarbij wij hier van boven genoemde balans uitgaan: Eigen vermogen 130 Lang vreemd vermogen 80 Totaal 210 Vastgelegde middelen 140 Blijft 70 Dit laatste bedrag noemt men het werkkapitaal. Uit deze opstelling blijkt, dat hier de vlottende middelen (debiteuren en voorraden) voor een groot deel met eigen en langdurig vreemd vermogen worden gefinancierd. Dit kan als gunstig worden aangemerkt. Voor het restant is een korte ver mogensvoorziening gevonden, nl. in crediteuren (leverancierskrediet) en bankkrediet (krediethypo theek, cessie debiteuren). Komt uit de gegeven balans een gunstige liqui diteit naar voren, in werkelijkheid is het helaas ook wel eens anders. Het „werkkapitaal' is dan niet voldoende om de vaste kern van de vlottende middelen (debiteuren en voorraden) te financieren. Soms treft men wel het tegengestelde aan en blijkt uit de balans, dat zelfs vastgelegde middelen zijn gefinancierd met op korte termijn opvraagbare middelen. Het spreekt vanzelf dat het bedrijf dan in een gevaarlijke positie verkeert. Illiquiditeit kan tot de ondergang van een bedrijf leiden, zelfs in dien aan de voorwaarden van behoorlijke solvabi liteit en rentabiliteit nog wordt voldaan. Overigens vindt men, zoals wij hierboven reeds 531

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 13