KREDIET EN JAARSTUKKEN (III) LIQUIDITEIT In feite betekent dit woord „vloeibaarheid" en hierin ligt het begrip „stromen" opgesloten. Het heeft te maken met de stroom van geldmiddelen, welke het bedrijf binnenkomt uit b.v. verkopen (de omzet) en de besteding daarvan gedurende het boekjaar. Men noemt dit wel de bedrijfsliquiditeit. De ondernemer dient regelmatig na te gaan hoe hij het evenwicht tussen ontvangsten en uitgaven kan bewaren. Hij zal steeds aan zijn terstond of spoe dig opeisbare verplichtingen moeten kunnen vol doen. In voorgaande artikelen over de analyse van jaar stukken als middel om tot een verantwoorde kre dietbeoordeling te komen (balansanalyse) bespra ken wij reeds de begrippen solvabiliteit en renta biliteit. Tot besluit thans nog iets over de liquidi teit. Het zal duidelijk zijn, dat jaarstukken zonder meer de ondernemer geen voldoende oriëntering geven ten aanzien van de bedrijfsliquiditeit, deze dient afzonderlijk in grotere bedrijven b.v. maan delijks te worden gepland. Voor een financierende bank is dit zeer belang rijk omdat een goede prognose het mogelijk maakt de kredietbehoefte zo goed mogelijk te peilen, waarbij tevens kan worden nagegaan of en in hoeverre het passend kan zijn een gedeelte van het gevraagde bedrag als voorschot (ter dekking van een constante behoefte) of als krediet (voor de wisselende behoefte aan bedrijfskapitaal) op te nemen. De balans nu geeft de liquiditeitssituatie weer, op één moment bezien, nl. per balansdatum (mees tal de ultimo van het jaar). Het zal duidelijk zijn, dat een reeks jaarstukken, b.v. van de laatste drie boekjaren, een beter in zicht op lange termijn geeft in deze materie. De ingaande geldstroom wordt uiteraard gunstig beïnvloed door een goede rentabiliteit. Wordt een goede winst gemaakt, dan blijft er per saldo mits de privé-onttrekkingen niet te hoog zijn veel geld in de zaak ten gunste van het eigen vermogen. Ook al houdt men rekening met te ver wachten belastingaanslagen, in feite een kort lopende schuld, dan zal toch een behoorlijke liqui diteit het resultaat kunnen zijn. In deze lijn doordenkend kan men zeggen dat nadat eenmaal een goed eigen vermogen in het bedrijf is gevormd deze solvabiliteit eveneens een goede liquiditeit mogelijk maakt. Dit eigen vermogen staat permanent ter beschikking, kan niet worden opgevraagd en kan dus in eerste in stantie duurzaam worden aangewend ter financie- 530

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 12