Per 1 augustus 1969 A.O.W./A W.W.
ongehuwden: 3.774,(3.528,
gehuwden: f 5.358,(5.010,
112,32
127,92
171,60
190,32
210,60
Bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal
zijn wetsontwerpen ingediend, waarin de
volgende belastingmaatregelen worden voor
gesteld per 1 januari 1970.
1. Handhaving van de vermogensbelasting
gedurende 2 jaren (1970 en 1971) op het
bestaande peil (6%0);
2. Handhaving van het tarief van de Ven
nootschapsbelasting op 46
3. Wijziging van de tijdelijke heffing van
omzetbelasting op investeringen namelijk:
voorgesteld schema:
1969: ongewijzigd
1970: 70% van 12% (8.4%)
1971: 40 van 13% (5.2%)
1972: 10% van 13% (1.3%)
huidige schema:
1969: 70% van 12% (8.4%)
1970: 40 van 12% (4.8%)
1971: 10% van 12% (1.2%)
1972: nihil
of anders gesteld, voor wat betreft het
huidige schema:
in 1969 is 30 van de in rekening gebrachte
voorbelasting op investeringen verrekenbaar,
in 1970: 60 en in 1971: 90 en voor wat
betreft het voorgestelde schema:
in 1969 is 30 van de in rekening gebrachte
voorbelasting op investeringen verrekenbaar,
in 1970 eveneens 30%, in 1971: 60 van
het verhoogde tarief van 13% en in 1972:
90 eveneens van het verhoogde tarief van
13%.
B.T.W.
Voorgesteld wordt tevens zoals uit het
vorenstaande reeds blijkt per 1 jan. 1971
de tarieven van de omzetbelasting te wij
zigen, maar dan diverse artikelen welke nu
onder het normale tarief vallen dan gelijk
tijdig onder het lagere tarief te brengen.
INKOMSTEN- EN LOONBELASTING
Voorts is er een wetsontwerp ingediend
voor wat betreft de inkomsten- en loonbelas
ting, welke behalve een tariefsverlaging o.m.
een verhoging zal beduiden van de bejaar
den- en arbeidsongeschiktheidsaftrek van
936,— tot 1.040,—.
De bedragen van de aftrekregeling van
de werkende gehuwde vrouw zullen even
eens worden verhoogd. Het minimum is ge
bracht van f 500,op f 555,het maxi
mum van 2.000,op f 2.220,
De forfaitaire aftrek voor de in het bedrijf
meewerkende gehuwde vrouw wordt ge
bracht van f 2.250,op 2.499,een en
ander natuurlijk indien de voorstellen wor
den gerealiseerd.
VERHOGING JAARLIJKSE UITKERINGEN
SOCIALE VERZEKERINGEN
De volgende verhogingen zullen plaats
vinden:
Per 1 augustus 1969 Wezenpensioen
tot 10 jaar
10 tot 16 jaar
16 tot 27 jaar
1.200,— 1.116,—)
f 1.782,— 1.662,—)
f 2.322,— 2.166,—)
Kinderbijslag: (per kwartaal)
1 jan. 1969
1e kind
2e en 3e kind
4e en 5e kind
6e en 7e kind
8e en volgende
1 juli 1969
f 120,90
137,28
184,08
f 203,58
225,42
519