Het internationale monetaire stelsel waarmede de wereld sedert 1945 werkt, is gebaseerd op vaste ruilverhoudingen tussen de verschillende valuta. De monetaire autoriteiten hebben zich verplicht de feitelijke koersverhouding op de valutamarkt indien nodig dusdanig te ondersteunen, dat de koersfluctaties tot een minimum beperkt blijven. Dit systeem van vaste pariteiten is mogelijk ge worden dank zij de in het kader van het Interna tionaal Monetair Fonds gemaakte afspraken. Reeds gedurende de laatste jaren van de tweede wereldoorlog kwam de wens tot herstel van een ordelijk internationaal betalingsverkeer naar voren. Het werd nodig een einde te maken aan de moei lijke situatie waarin het voor-oorlogse internatio nale betalingsverkeer verzeild was geraakt. Door een groot aantal landen was het betalingsverkeer aan een vergunningenstelsel gebonden. Naast lan den met een gebonden betalingsverkeer waren er landen met een vrij internationaal betalingsverkeer en een vrije wisselkoers welke door vraag en aan bod van valuta word bepaald. Door vrije wissel koersen hoopte men een automatisch herstel van de betalingsbalans te bereiken. Het I.M.F., dat tijdens de in 1944 te Bretton Woods gehouden vergadering werd gesticht, stelde zich onder meer tot doel het vrije valuta- verkeer te herstellen op basis van stabiele wissel koersen. De aangesloten landen drukten de goud pariteit van hun geldeenheid uit in grammen fijn goud. Tevens werd de dollar, als sleutelvaluta, in een vaste verhouding tot het goud gebracht, waar mee een vaste pariteit tussen de diverse valuta's en de dollar ontstond. De Amerikaanse autoriteiten namen als enige op zich goud tegen vaste prijs te kopen en te verkopen, de monetaire autoriteiten in de andere landen verplichtten zich de wissel koers van hun valuta waar mogelijk te onder steunen. Er ontstond een systeem met vaste wis selkoersen waarbij wijzigingen van de koers tot een uitzondering zouden moeten behoren. De na-oorlogse geschiedenis laat echter tal van afwijkingen van de regel zien waarbij er meer devaluaties (waardevermindering van de eigen va luta uitgedrukt in andere valuta's) hebben plaats gevonden, dat revaluaties (waardevermeerdering ten opzichte van vreemde valuta's). Het aantal landen dat er niet in slaagt binnens lands orde op zaken te stellen en aanpassing zoekt in een daling van de externe waarde van haar valuta blijkt van nature nu eenmaal groter. 504

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 38