ENQUETE JEUGDSPAARWET PER 31 DECEMBER 1968
236.257
317.353
378.279
453.722
534.051
599.633
661.919
703.604
678.768
697.554
698.583
Uit de enquête Jeugdspaarwet van het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid kan het volgende worden ge
concludeerd:
Datum
Aantal van kracht zijnde jeugdsparovereenkomsten
Landelijk
Raiffeisen
Idem in v. h.
banken
landelijk totaal
46.254
19,6%
59.801
18,8%
71.996
19,0%
89.046
19,6%
106.233
19,9%
122.369
20,4
138.987
21,0%
155.006
22,0
154.387
22,7
162.142
23,2
169.887
24,3
30- 6-'59
30- 6-'60
6-61
6-'62
30- 6-'63
30- 6-'64
30- 6-'65
30- 6-'66
30- 6-'67
31-12-'67
31-12-'68
30-
30-
Datum
Totaal bef
Landelijk
jpaard bedrag x
Raiffeisen
banken
1.000,—
Idem in
v. h. landelijk
totaal
Gemiddeld bedrag per
jeugdspaarovereenkomst
Raiffeisen-
Landel'Jk banken
30- 6-'59
36.083
8.795
24,4
152,70
190,14
30- 6-'60
79.776
19.353
24,3
251,40
323,62
30- 6-'61
132.906
30.436
22,9
351,35
422,74
30- 6-'62
193.253
44.827
23,2
425,95
503,41
30- 6-'63
267.673
61.798
23,1
501,24
581,72
30- 6-'64
340.552
78.700
23,1
567,90
643,14
30- 6-'65
405.290
96.945
23,9
616,72
697,50
30- 6-'66
494.290
121.927
24,7
702,52
786,60
30- 6-'67
520.539
130.732
25,1
766,90
846,78
31 -12-67
560.714
141.285
25,2
803,83
871,36
31-12-68
603.805
159.726
26,5
864,33
940,19
Uit deze tabel blijkt, dat het marktaandeel van onze aan
gesloten banken in het aantal jeugdspaarovereenkomsten
sinds 30 juni 1960 relatief een stijging vertoont. Hetzelfde
geldt voor het aandeel in de besparingen vanaf 30 juni
1964. Het gemiddeld gespaarde bedrag per jeugdspaar-
overeenkomst ligt bij de raiffeisenbanken vanaf het begin
relatief aanmerkelijk boven het landelijke gemiddelde.
De voor de aangesloten banken relatief gunstige cijfers,
welke uit deze enquête blijken, beklemtonen in feite de
de noodzaak de acquisitie voor deze spaarregeling met
kracht voort te zetten.
Weliswaar omvatten de landelijke cijfers een respectabel
aantal van circa 700.000 jeugdspaarovereenkomsten, met
een spaargeldkapitaal van f 604.000.000,—, doch neemt
dit niet weg, dat grote groepen jongeren de weg naar het
Zilvervlootspaarplan nog niet hebben ingeslagen.
498