van pluimveevoer zette zich ook in 1968 voort tot
2,8 miljoen kg tegen 4,5 miljoen kg in 1967. Aan
gezien drogerijgarnalen slechts 4 ct. per kg op
brachten, is deze achteruitgang toe te juichen. Im
mers na tot consumptiegarnalen te zijn opgegroeid
zal de opbrengst aanzienlijk groter zijn.
Do garnalenvisserij is een typisch exportbedrijf;
België neemt voornamelijk gepelde garnalen af en
Frankrijk ongepelde garnalen. In 1968 bracht de
export van garnalen 25,6 miljoen op tegen 27,0
miljoen in 1967.
De hoge exportprijs is oorzaak dat het binnen
lands verbruik van garnalen gering is.
De bedrijfsresultaten tonen over 1968 vrijwel
over de gehele linie enige achteruitgang. Voor
Breskens in Zeeland liepen de besommingen ge
middeld terug van 137.500,in 1967 tot
106.400,in 1968. Er werd een klein verlies ge
leden van gemiddeld 5.600,per vaartuig. Het
arbeidsloon per opvarende daalde van 16.800,
in 1967 tot f 12.900,— in 1968.
Ook de garnalenvissers langs de Waddenzee be
haalden lagere bedrijfsresultaten. De gemiddelde
besomming der Harlingse vaartuigen daalde van
85.100,— in 1967 tot 74.900,— in 1968 en de
winst van f 11.100,in 1967 tot 3.800,in 1968.
Het arbeidsloon van de opvarenden daalde van
f 13.0000,— in 1967 tot 12.300,— in 1968.
In het algemeen valt er een overgang te consta
teren van de garnalenvisserij naar de kleine zee
visserij. Dit geldt zowel voor het noorden als het
zuiden des lands.
weinig gelden voor nieuwbouw en vissersvaartui
gen uitgeleend. Het zijn in het bijzonder de han
delsbanken en de landbouwkredietinstellingen die
met name de bouw van kotters voor de kleine zee
visserij helpen financieren.
Helaas moeten wij ook in deze kroniek weer een
aantal kottervissers herdenken, die bij de uitoefe
ning van hun beroep hun leven verloren. Rouw in
vele gezinnen. Dat God hun de kracht moge schen
ken hun grote leed te dragen.
Financiering van de visserij
Tabel 2 geeft een raming van de investeringen
in de vissersvloot. Daaruit blijkt dat in 1968 ruim
f 42 miljoen werd geïnvesteerd tegen 44 miljoen
in 1967. Deze nieuwbouw had voornamelijk betrek
king op de kleine zeevisserij. In 1968 werden 44
nieuwe kotters aan de vloot toegevoegd met een
waarde van 39 miljoen tegen 38 kotters en 31
miljoen in 1967.
Uit de gegevens van de nieuw ingeschreven
scheepshypotheken is af te leiden dat een hoog
percentage van de investeringen wordt gefinan
cierd met vreemde middelen. In 1967 werd ruim
44 miljoen geïnvesteerd en werd 34,5 miljoen
onder hypothecair verband geleend. De scheeps-
hypotheekbanken hebben in het algemeen slechts
489