KORTE UITLEG BEURSINDEXCIJFERS We lezen dagelijks in het Amerikaanse beurs- overzicht, dat het Dow Jones-gemiddelde voor industrials met zoveel punten is gedaald of ge stegen. We verbinden daar dan de conclusie aan, dat de beursstemming slechter respectievelijk beter was. Het Dow Jones-gemiddelde dateert uit de vorige eeuw en geeft dagelijks de gemiddelde koers van dertig belangrijke industrie-aandelen weer. On danks de snelle economische ontwikkeling is er nooit enige wijziging in de samenstelling van het Dow Jones-gemiddelde aangebracht. Vandaar dat belangrijke bedrijfstakken er niet in zijn opge nomen. Wij noemen o.a. de computer-, vliegtuig en ruimtevaartindustrie. Het Dow Jones-gemid delde is dan ook qua grootte en samenstelling niet representatief meer en geeft geen betrouw baar beeld van de stemming op de Amerikaanse beurs. Het Dow Jones-gemiddelde is echter een historisch gegeven, waaraan een zeker psycholo gisch effect niet ontzegd kan worden. Naast het Dow Jones-gemiddelde heeft men in de Verenigde Staten het Standard and Poor index cijfer en het indexcijfer van de New York Stock Exchange (NYSE). Het Standard and Poor index cijfer omvat 500 aandelen, terwijl in het NYSE- indexcijfer alle ter beurze genoteerde fondsen zijn opgenomen. Op de Amsterdamse effectenbeurs kennen we het A.N.P./C.B.S.-gemiddelde. Per 2 januari 1969 is deze index op een nieuwe basis gebracht, namelijk op 1963=100. Voor dit indexcijfer werd destijds als basisperiode het jaar 1953=100 ge kozen. Deze basisperiode lag te ver in het ver leden om nog als vergelijkingsmaatstaf te kunnen dienen. Het jaar 1963 is niet alleen gekozen omdat het minder ver weg ligt, maar tevens omdat het internationaal als basisperiode geldt. Het A.N.P./C.B.S.-gemiddelde bestaat uit zes groepen fondsen: internationals, industrie, scheep vaart, bank en verzekeringen, handel en algemeen. In elke groep is een aantal fondsen ondergebracht, dat representatief mag worden geacht. Men kan de genoemde indexcijfers dagelijks in de krant vinden. Ook aan het algemeen indexcijfer van het A.N.P./ C.B.S. werken een beperkt aantal fondsen mee (55), zodat ook dit cijfer niet volstrekt maatgevend voor de beursstemming te Amsterdam is. 454

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 36