ningen. De drie inmiddels geplaatste staats
leningen (61/2, 7 en 71/2 hebben f 730 miljoen
opgeleverd. Het nog te financieren tekort bedraagt
ongeveer 650 miljoen. Dit bedrag zal alsnog op
de kapitaalmarkt moeten worden gedekt.
Voor 1970 verwacht de minister van Financiën
dat het beroep op de open kapitaalmarkt in totaal
slechts f 850 miljoen zal bedragen, hetgeen ruim
een half miljard minder is dan in 1969. Zijn voor
spelling is dat aldus een belangrijke stap wordt
gezet naar een betere verhouding van vraag en
aanbod op de kapitaalmarkt.
Dat de zeer grote schaarste aan kapitaal een
internationaal karakter heeft, bewijst ook de
stroom van discontoverhogingen die in de afge
lopen verslagperiode aanhield.
Duitsland verhoogde de discontovoet voor
de derde maal binnen 6 maanden, met 1 naar
6 om een oververhitting van de conjunctuur
tegen te gaan. Japan moest zijn officiële tarief met
1/2 aanpassen en Zwitserland zag zich eveneens
genoodzaakt haar tarief met tot 3% op te
trekken.
De beurs welke nog steeds in de veronderstel
ling leefde dat dit jaar slechts 150 miljoen door
het Rijk op de kapitaalmarkt zou worden opge
nomen, was op het bericht van de minister van
Financiën, dat dit jaar nog 500 miljoen extra be
nodigd was, erg flauw gestemd. De verwachting
bestaat dat dit bedrag niet meer dit jaar uit de
markt te halen is, zodat dit extra aantrekken auto
matisch naar het volgende jaar wordt verschoven.
Het geringere beroep in 1970 dat de minister op
de kapitaalmarkt wenste te doen, wordt hierdoor
waarschijnlijk geheel teniet gedaan.
De koersen op de obligatiemarkt verloren in de
afgelopen periode opnieuw enig terrein en door de
aankondiging van de 8% B.N.G.-lening overschreed
het effectieve rendement van staatsleningen en
B.N.G.-leningen in enkele gevallen de 8 %-grens.
De koers van de jongste 71/2 %-staatslening
belandde daarmee voorlopig voor goed onder de
pari-stand.
De belangstelling voor de B.N.G.-lening was
mede door de vraag uit het buitenland zeer groot,
maar het bedrag dat na de inschrijving door de
gemeentebank werd opgenomen, loog er ook niet
om. Ze stelde het bedrag nl. vast op 250 mil
joen, hetgeen de laatste tien jaar niet meer was
voorgekomen. Het gevolg was dat de eerste niet
officiële notering beneden pari bleef. Al met al
was dit voor de belegger een tegenvaller.
Het rentepercentage van de eerste ziekenhuis
lening ten laste van „Zonnegloren" kwam op
8'/2 a Pari- Deze lening werd zeer vlot door de
markt opgenomen. Inmiddels is een tweede lening
aangekondigd tegen dezelfde voorwaarden. Afgifte
van pandbrieven vindt op dit moment plaats door
de grote hypotheekbanken tegen 8 rente
99'/2 met een gemiddelde looptijd van 8 jaar.
Op de aandelenmarkt neemt het publiek nog
steeds een sterk afwachtende houding aan. Het
iets verbeterde beursklimaat valt volledig toe te
schrijven aan de activiteiten van de beroepshan-
del. Door de nogal dunne marktpositie kunnen de
koersen nogal flink schommelen. De houding van
de laatste weken kan het best als onzeker worden
gekenschetst. Er zit geen bepaalde lijn in het
koerspatroon, zodat men niet weet naar welke kant
de balans zal doorslaan. De toch erg gunstige
halfjaarcijfers van de internationale fondsen had
den zo goed als geen uitwerking op het koers-
niveau. De verwachting bestaat dat er voorlopig
geen redenen aanwezig zijn voor een belangrijke
beursverbetering.
451