financieel overzicht markt, waardoor de geregistreerde vraag naar ar beidskrachten sterk opliep. De verwachtingen zijn dan ook dat het tekort aan arbeidskrachten in sommige gebieden nog verder zal toenemen. De ontwikkeling van het algemeen prijsniveau is zonder meer teleurstellend te noemen. Bedroeg het jaarlijkse stijgingspercentage van het prijspeil van de particuliere consumptie in de jaren 1964 t/m 1968 achtereenvolgens 6,7 4,4 5,8%, 3,1 en 3%; gedurende de eerste 4 maanden van 1969 bedroeg de stijging van de prijsindex voor gezinsconsumptie circa 7,7 De invoering van de B.T.W. per 1 januari speelde hierbij weliswaar een belangrijke rol (1,4%) even als diverse andere exogene factoren (1,2%). Het Centraal Plan-Bureau zag zich dan ook ge noodzaakt het stijgingspercentage van de consump tieprijsindex over 1969 te herzien tot 6'/2 Door de invoering van de algehele prijsstop in april van dit jaar kon verdere prijsstijging tot staan worden gebracht. In juli en augustus was er zelfs sprake van enige daling van dit indexcijfer. In hoeverre het opheffen van de prijsstop, welke onlangs werd vervangen door een algemene calculatiebeschik king, neerkomende op een prijsstop met de moge lijkheid van externe kostendoorberekening, op nieuw aanleiding zal geven tot opwaartse druk op het algemeen prijspeil, valt voorshands moeilijk te voorzien. Wel staat vast dat Nederland in ver gelijking met andere industrielanden over 1969 de grootste stijging in het algemeen prijspeil zal registreren. Deze gang van zaken zal ertoe leiden dat de reële inkomensverbetering van de werk nemer dit jaar minimaal zal zijn. De Sociaal Economische Raad heeft in verband met de prijsontwikkeling inmiddels maatregelen voorgesteld, welke tot doel hebben de inflatoire ontwikkeling enigszins af te remmen. Zij heeft de regering geadviseerd het stringente prijsbeleid voort te zetten met daarbij nieuwe prijsgedrags- regels voor de ondernemingen in de vorm van een prijzenbeschikking, de verdere B.T.W.-verhoging op 1 januari 1970 uit te stellen, de huurverhoging van 6 op te schorten en matiging te betrachten van de overheidsbedrijven in tariefsverhogingen De maatregelen welke de regering voor 1970 heeft aangekondigd, komen er op neer dat pep 1 juli 1970 de BTW-tarieven zullen worden ver hoogd en dat de aangekondigde huurverhoging eveneens tot 1 juli 1970 wordt uitgesteld. Al deze maatregelen zijn gericht op de doorbre king van de loon- en prijsspiraal waarin onze economie is terecht gekomen om daarmee terug te keren tot een gezonder economisch groeiproces. BETALINGSBALANS Voor de verbetering van het externe evenwicht van onze economie zal het saldo op de lopende rekening van de betalingsbalans te zamen met de voorraadvorming, uitgedrukt in een percentage van het nationaal inkomen, minstens 2,5 moeten zijn. Voor 1969 wordt gerekend op een overschot van 0,3 of wel 300 miljoen op de lopende rekening en 2 2 miljard) voorraadvorming, zodat wij ons, vergeleken met een stijging van 0,5% in 1967 en 2 in 1968, in de goede richting bewegen. Het nagestreefde overschot in het kader van de hulpverlening aan de minder ontwikkelde gebieden van 1 van het nationaal inkomen zal naar alle waarschijnlijkheid ook in 1970 niet worden bereikt. Het overschot op de lopende rekening op transactiebasis en voor seizoeninvloeden gecorri geerd, bedroeg in de eerste twee kwartalen van dit jaar 355 miljoen tegenover 505 miljoen over dezelfde periode van het vorig jaar. Het tekort op de betalingsbalans in het eerste halfjaar van 1969 bedroeg f 662 miljoen, hetgeen f 169 miljoen meer was dan in de vergelijkbare periode van het vorig jaar. Deze verslechtering valt voornamelijk toe te schrijven aan het kapitaal verkeer van de private sector uit hoofde van de directe investeringen en effectentransacties in het buitenland. Het totale betalingsverkeer van particuliere sector en overheid te zamen leverde een tekort van bijna 250 miljoen op. Tevens was er sprake van een afvloeiing van ruim 400 miljoen in het kapi taal- en deviezenverkeer van banken. Eén en ander resulteerde in een vermindering van de officiële reserves over het eerste halfjaar van dit jaar met ruim 650 miljoen, welke voor namelijk tot uitdrukking kwamen in een afneming van de rechten op het I.M.F. De goud- en deviezenvoorraad van de Neder- landsche Bank daalde met ruim 300 miljoen. Voor 1970 wordt een overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans verwacht van 448

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 30