FINANCIEEL OVERZICHT DE CONJUNCTURELE SITUATIE IN NEDERLAND Het krachtige conjuncturele herstel waarvan in de tweede helft van het vorig jaar sprake was, zette zich in 1969 onverminderd voort. Door de eveneens gunstige economische ontwikkeling in de E.E.G.-landen, met name in West-Duitsland, kreeg dit herstel nog extra impulsen, hetgeen een gun stige uitwerking had op onze exportmarkt. Gedurende de eerste zes maanden van dit jaar exporteerde ons land voor 17 miljard, wat een verhoging betekende van 19% ten opzichte van dezelfde periode in 1968. De export naar onze oosterburen nam toe met 27 Dit exportaandeel steeg daardoor tot 29 Deze aanzienlijke toename was voornamelijk het gevolg van belastingfaciliteiten welke de Duitse importeurs van ingevoerde eindprodukten sinds oktober van het vorig jaar hebben genoten. Ook de invoer is in samenhang met de toe nemende binnenlandse bestedingen flink gestegen en wel met 16%, waarbij ook de grotere voorraad- vorming een belangrijke rol speelde. Het dekkings percentage kon evenwel enige procenten worden verbeterd en bedroeg 90 Naast de verhoogde exportactiviteit gingen ook van de bruto-investeringen in bedrijven sterke im pulsen uit voor de conjuncturele ontwikkeling. Voor 1969 wordt een toename van de bedrijfs investeringen verwacht van 7,5 waardoor de beschikbare produktiecapaciteit voorlopig geen al te grote knelpunten behoeft te vormen. De bezettingsgraad zal naar verwacht evenwel nog op een iets hoger niveau komen. De indus triële produktie nam gedurende de eerste helft van 1969 krachtig toe en wel met ongeveer 12%, het geen gelijk is aan het stijgingspercentage van het vorig jaar. Deze groei is zowel een gevolg van de groeiende beroepsbevolking als vooral van een verbetering van de produktiviteit. De expansie van de industriële produktie lag in de sector van de chemie, raffinage, metallurgie en de openbare nuts bedrijven aanzienlijk boven het gemiddelde groei percentage. De situatie op de arbeidsmarkt kon door de hoge bedrijvigheid aanmerkelijk worden verbeterd. Het werkloosheidspercentage liep terug van 2,9 ultimo juni 1968 tot 1,4% ultimo augustus 1969. In sommige delen van het westen des lands deden zich al weer spanningen voor op de arbeids- 447

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 29