RENTABILITEIT
GROENTE-EN
BLOEMENTEELT
ONDER GLAS
IN 1968
Bij het afscheid van de heer
H. W. van Assenbergh
ontwikkelingswerk in Ghana
Ghana goed kan worden besteed. De verslag
geving over de besteding van de gelden vormt
daarvan het bewijs. Onder goede besteding ver
staan wij in de eerste plaats, dat het doel wordt
bereikt, namelijk het tot ontwikkeling brengen van
spaar- en kredietcoöperaties in dit land waar po
tentieel grote mogelijkheden voor welvaartsont
wikkeling liggen. Van primair belang is dat er een
goede organisatie bestaat en dat de mensen ent
housiast zijn. Aan beide voorwaarden is voldaan.
De vruchten van het werk zullen op langere termijn
beoordeeld moeten worden. Reeds nu concludeert
de voorzitter van de centrale organisatie in Ghana,
de heer McKillip;: ,,the Credit Union Movement in
Ghana is spreading like a bush fire" (de Credit
Union-beweging in Ghana breidt zich uit als een
bosbrand).
Wellicht is dit wat overdreven gesteld, doch het
geeft wel aan met welk enthousiasme men het
werk aanpakt.
Bijna 471/2 jaar had de heer H. W. van Assen
bergh de Centrale Bank gediend, toen hij op
30 juni 1969 wegens het bereiken van de pen
sioengerechtigde leeftijd afscheid nam. Hij besloot
toen als hoofd van de afdeling Documentatie zijn
loopbaan bij de Centrale Bank.
Binnen de Centrale Bank was hij nog een man
van de oude garde, die getrouw zijn steentje heeft
bijgedragen tot de groei en bloei van de organi
satie. Dit uitte zich onder meer in de consciën
tieuze manier, waarop hij zijn werk verrichtte.
Moge een man, die zo lang de Raiffeisenorgani-
satie heeft gediend, nog lang met plezier op zijn
werk terugzien.
De jaarlijkse rapporten van het L.E.I. over de
rentabiliteit van de bloementeelt in Aalsmeer en
van de tuinbouw in het Zuidhollands glasdistrict
geven een duidelijk inzicht in de behaalde resul
taten in deze sectoren. Deze gegevens kunnen
een belangrijke richtlijn zijn bij de beoordeling van
de financiering van deze bedrijven. Uit de onlangs
verschenen rapporten over 1968 blijkt, dat in de
groenteteelt onder glas na twee teleurstellende
jaren een verbetering is ingetreden en een positief
resultaat werd behaald. De voorlopige gegevens
over 1969 zijn niet ongunstiger dan de resultaten
over 1968 en het laat zich daarom aanzien, dat de
positieve ontwikkeling welke in 1968 is ingetreden,
wordt bestendigd.
Hoewel het niet verantwoord is hieruit reeds nu
conclusies te trekken, is deze ontwikkeling zonder
meer als gunstig aan te merken. Zij is echter zeer
noodzakelijk, omdat de financiële positie van vele
bedrijven ongunstig was geworden en aanpassing
van de bedrijfsstructuren achterwege dreigde te
blijven. Gewaakt moet echter worden voor het feit,
dat deze positieve ontwikkeling aanleiding zou
kunnen geven tot de mening, dat de moeilijkheden
geheel overwonnen zijn.
Hoewel gemiddeld de opbrengsten 102,de
kosten 100,waarin begrepen beloning voor
eigen arbeid en rente eigen vermogen) overtroffen,
kwamen tussen de diverse bedrijfstypen verschil-
436