Jr X
li f
drijven blijven kleine marktpartijen, die geen noe
menswaardige invloed kunnen uitoefenen op de
prijsvorming of op de afzetcondities. Daarom
spreekt de gedachtengang van dr. Mansholt
eerst horizontale bundeling ons meer aan, al wil
len we daarmee niet alle voorstellen over het sub
sidiëren van producentengroepen aanvaarden. Wij
herinneren ons in dit verband de uitspraak van
een boerenvoorman, die zei: „We moeten ons niet
als schapen één voor één laten scheren".
Om elk misverstand uit te sluiten: ook onze be
staande afzetcoöperaties zijn in onze ogen produ
centengroeperingen. Als minister Lardinois met
vervlechting doelt op nauwere banden tussen boe
ren en hun eigen afzetcoöperaties, gaan wij hele
maal met hem mee. Op dit terrein liggen nog grote
mogelijkheden. De boeren zullen in de toekomst
bereid moeten zijn een deel van hun „vrijheid"
uit handen te geven, of beter gezegd in gezamen
lijke handen te brengen. Ook de vervlechting tus
sen de telerorganisaties en de particuliere export-
handel, zoals die het Centraal Bureau van de Tuin
bouwveilingen voor ogen staat, is naar onze me
ning een goede zaak.
-■ ..M
Bij de vervlechting van individuele boerenbe
drijven met particuliere handels- of industriebedrij-
ven zetten wij echter een groot vraagteken.
431