IM.HIiimi'.IHIIXIIilMJil De Troonrede, de Miljoenennota en de Land bouwbegroting 1970 hebben voor de boeren en tuinders weinig nieuws gebracht. Ook de nota over het plan Mansholt bevatte geen verrassende uit spraken. Het meest opmerkelijke is misschien nog de passage in de Troonrede, waarin wordt gesteld: „Ter vergroting van de arbeidsproduktiviteit in de agrarische sector zal de vernieuwing van het pro- duktie-apparaat gepaard moeten gaan met een verdere vervlechting van het land- en tuinbouwbe drijf met de agrarische handel en industrie." Mi nister Lardinois hecht, gezien de opname van deze verklaring in de Troonrede, veel waarde aan een dergelijke vervlechting een Nederlands woord voor de meer gebruikelijke term verticale inte gratie. Hij had trouwens reeds eerder bij diverse gelegenheden zijn voorkeur voor verticale boven horizontale integratie of samenwerking uitgespro ken. Wij hebben er moeite mee om de bewindsman in deze voorkeur te volgen. CONCENTRATIE Het gaat hier om een belangrijk verschil van in zicht in de moeilijkheden en mogelijkheden van land- en tuinbouw. Op het eerste gezicht lijkt het een woordenspel, maar achter de woorden ver bergen zich economische ontwikkelingen die voor het bedrijfsleven van levensbelang zijn. Wij her inneren aan het artikel in de vorige Raiffeisenbode over concentratieverschijnselen. Voor de land- en tuinbouw betekent horizontale integratie concen tratie van de produktie (samenvoeging c.q. samen werking van landbouwbedrijven) of concentratie van de afzet (samenvoeging c.q. samenwerking van agrarische afzetorganisaties resp. fusie van handelsondernemingen, óf het vormen van produ- centengroepen of telersverenigingen). Verticale integratie is in de landbouw reeds in vele vormen bekend, b.v. als contractteelt en contractmesterij. De minister heeft nu de term vervlechting inge voerd, een term waaruit de onderlinge afhankelijk heid van de betrokken partijen goed naar voren komt. PLAN MANSHOLT In het plan-Mansholt wordt een duidelijke voor keur voor horizontale samenwerking uitgesproken. Het structuurmemorandum gaat er van uit, dat de hervorming van de produktiestructuur gepaard moet gaan met een aanpassing van de commercia- lisatievoorwaarden, zoals het in Brussels bargoens heet. Deze aanpassing en een verbetering van de marktstructuur zijn volgens het plan-Mansholt no dig om de producenten volledig profijt te laten trekken van de gemeenschappelijke markt. Dr. Mansholt ziet in concentratie van het aanbod bovendien een middel om vraag en aanbod met elkaar in evenwicht te brengen. Maar het is vooral een middel om de positie van de producenten te versterken. Het memorandum bevat hierover de volgende stelling: „Slechts grote producenten groeperingen kunnen de producenten in staat stel len te voldoen aan de steeds toenemende eisen van de vraag (regelmatig, gelijksoortig en gecon centreerd aanbod) op communautair niveau, en hun een voldoende sterke onderhandelingspositie ge ven, in het bijzonder bij het afsluiten van contrac ten." Het verticale element de contracten wordt dus door Mansholt niet vergeten. 428

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 10