oplossing in onze zak hebben, willen we toch proberen een suggestie te doen ter overdenking en ter verdere discussie. Overigens uiteraard met gepaste bescheidenheid. We gaan er van uit, dat discussie en besluit vorming in een beter te hanteren bijeenkomst moeten plaatsvinden. En we vragen ons af, of de mogelijkheden daartoe in onze organisatie aan wezig zijn. Laten we dat eens bekijken. Onze organisatie bestaat uit 640 plaatselijke banken, welke gezamenlijk de Centrale Bank heb ben gesticht. De plaatselijke banken zijn groeps gewijs ingedeeld in 40 ringen, welke hun ver tegenwoordigers) zenden naar de z.g. Centrale Ring. Deze ringen komen twee keer per jaar bij elkaar, als regel in tegenwoordigheid van een ver tegenwoordiger der Centrale Bank. Naar onze mening een uitstekende gelegenheid voor onder linge discussie en voor gedachtenwisseling met de vertegenwoordiger van de Centrale Bank. Meer dan tot nu toe moeten o.i. deze vergade ringen bijdragen tot meedenken en meespreken over alles, wat ons binnen de organisatie beroert. Niet alleen dus een praatje over de rente-adviezen, doch wezenlijke inspraak van de leden in het gehele beleid binnen de organisatie zal het doel moeten zijn. Om dit doel te bereiken, zou het wenselijk zijn, dat enige weken voor een dergelijke vergadering de plaatselijke banken de gelegenheid krijgen bepaalde punten aan het bestuur van de lokale ring door te geven ter discussie. (En waar zo'n regeling bestaat, zouden we de besturen willen opwekken er gebruik van te maken!) Het resultaat zou kunnen zijn, dat de discussie over enkele punten in een bepaald voorstel zullen uitmonden. Zo'n aangenomen voorstel zou onderwerp van bespreking moeten zijn op de vergadering van de Centrale Ring. Om de gedachtenwisseling over zo'n punt voldoende tot haar recht te laten komen zou het o.i. aan beveling verdienen, dat de in diener van zo'n voorstel op de vergadering van de Centrale Ring de gelegenheid krijgt dit voorstel nader toe te lichten en te verdedigen. Wordt zo'n voorstel op de vergadering van de Centrale Ring aangenomen dan zou dit als punt op de agenda moeten komen te prijken van de Algemene Vergadering. Daar zal dan de afslui tende discussie moeten worden gevoerd en het definitieve besluit worden genomen. Met een dergelijke regeling zou worden bereikt, dat niet alleen in theorie, doch ook praktisch in spraak van „onder op" mogelijk wordt. Het voordeel zou voorts zijn, dat de vergade ringen in de ringen en van de Centrale Ring voor de Algemene Vergadering meer inhoud krijgen. En dat er sprake zal kunnen zijn van een werkelijke interne democratie binnen onze organi satie. Het meedenken en meebesturen van bestu ren van plaatselijke banken, van Ringen en Cen trale Ring zou erdoor bevorderd worden. Dit systeem zal natuurlijk alleen bevredigend kunnen werken, indien deze besturen bereid zijn actief mee te werken. Wij zijn er ons van bewust, dat er op deze wijze hoge eisen moeten worden gesteld aan de kwali teit van deze bestuurders. Men zou ons tegen kunnen voeren, dat hier mee toch ons bezwaar tegen het logge lichaam van de Algemene Vergadering niet wordt opge heven. Dat is juist. En daarom zouden we aan het bestuur van de Centrale Bank willen verzoeken de vraag onder het oog te zien, of deelname aan de Algemene Vergadering niet beperkt kan worden tot bijvoorbeeld 1 bestuurslid met de directeur. Op deze wijze zou de Algemene Vergadering al een flink stuk kleiner worden en daardoor meer han teerbaar. Zou bij overdenking van deze suggesties blijken, dat er te veel bezwaren aan kleven, dan zouden wij de leiding onzer organisatie willen vragen om het idee van een „ledenraad", gelanceerd (en meteen verworpen) in het structuurrapport, nog eens van stal te halen en het nader te bezien. Het zou kunnen blijken, dat dit idee toch meer positieve kanten heeft dan in genoemd rapport tot uiting kwam. Dit zijn zo enige losse gedachten over de interne democratie in onze organisatie. Gedachten, die we gaarne voor betere willen inruilen, maar waar van we menen, dat lancering toch zijn nut kan hebben om een discussie over het punt „Discus sie, ja dan nee" op gang te brengen. Dit mede in de hoop, dat het bestuur onzer or ganisatie deze zaak in ernstige overweging zal 416

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 50