ONZE BELASTINGEN MIDDELING VAN WINSTEN EN INKOMSTEN Bij het in ons land geldende systeem van heffing van inkomstenbelasting wordt in het algemeen uit gegaan van de gedachte, dat de draagkracht in een jaar wordt bepaald door het in dat jaar in feite genoten belastbaar inkomen. Voor bepaalde be standdelen van het belastbaar inkomen bestaat daarbij de mogelijkheid, dat deze niet op de voet van de tabel belast worden, maar naar een pro portioneel tarief. De strekking van het proportio nele tarief is de belasting te matigen over dié be standdelen van het inkomen, welke in wezen op meerdere jaren betrekking hebben. Door het sterk progressieve tabeltarief zouden deze inkomsten anders immers onevenredig zwaar belast worden in het jaar waarin deze naar voren komen. Indien belastbare inkomens geen bestanddelen bevatten welke in wezen op meerdere jaren be trekking hebben en vermelde regeling dus niet kan worden toegepast, kan toepassing van het tabel tarief ongewenste gevolgen hebben. Het is immers mogelijk, dat uit de aard van een onderneming of dienstbetrekking per jaar sterk wisselende op brengsten of inkomsten worden verkregen, zodat degene die uit dergelijke bronnen hun inkomen genieten daarover tot dusverre naar evenredigheid, gezien over een periode langer dan één jaar, meer inkomstenbelasting moeten afdragen dan degene die een inkomen geniet dat van jaar tot jaar niet zo sterk wisselend is. Een vertegenwoordiger, die op provisiebasis werkt, zal in het algemeen niet zo'n regelmatig inkomen genieten als een ambte naar. De eigenaar van een exportonderneming kan in enkele jaren grote bedragen verdienen, terwijl volgende jaren verliesgevend zijn. Als het totaal inkomen, gezien op een langere termijn van bij voorbeeld 10 of 25 jaar, gelijk is, zal toch, door de progressie, degene die van jaar tot jaar sterk wisselende inkomens geniet, in het algemen meer inkomstenbelasting betalen dan degene die een zelfde inkomen geniet, dat hem regelmatig toe vloeit. Bij invoering van de wet Inkomstenbelasting 1964, welke per 1 januari 1965 in werking is ge treden, werd, naast de bestaande tegemoetkomin gen in artikel 67 een nieuwe en verder reikende bepaling opgenomen, namelijk de mogelijkheid het over een tijdvak van drie jaar gelijkmatig verdelen van bepaalde inkomensbestanddelen. Deze be standdelen zijn: a. winst uit eenzelfde onderneming en b. inkomsten uit eenzelfde dienstbetrekking. Deze regeling heeft algemeen de naam „midde ling" gekregen, welke term de inhoud juist weer geeft. Op grond van deze middeling kan, als aan verschillende vereisten is voldaan, teruggave van inkomstenbelasting worden verkregen, welke vol gens de jaarlijkse aanslagen over een tijdvak van drie jaar is voldaan. Om deze teruggave te effec tueren, wordt een nieuwe inkomstenopstelling over een vrij te kiezen tijdvak van drie kalenderjaren gemaakt, het eerste tijdvak kan dus, omdat de wet met ingang van 1965 van kracht werd, 1965, 1966 en 1967 zijn. De bedoeling van deze regeling is, dat twee belastingplichtigen, die over een tijdvak van drie jaar eenzelfde totaalinkomen hebben ge noten, ook aan eenzelfde belastingdruk worden onderworpen, zodat wordt voorkomen, dat het ver schil in belastingdruk alleen maar veroorzaakt wordt door de bron waaruit men het inkomen verkrijgt. Tengevolge van de progressie in de inkomsten belasting ontstaat er immers verschil in belasting- 409

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 43