KREDIET EN JAARSTUKKEN (II) moment, nu er op de Eurodollarmarkt betrekkelijke rust heerst, af of zich in het najaar geen nieuwe j spanningen op deze markt zullen voordoen. Te denken valt aan een hernieuwde speculatie- golf rond de verkiezingen in de Duitse Bonds republiek van 28 september in verband met een j eventuele revaluatie van de Mark waardoor vele Eurodollars in D-Marken zullen worden omgezet. De koersen op onze obligatiemarkt konden zich gedurende enkele weken op het al sterk verlaagde niveau nauwelijks handhaven. Hieraan kwam ab- rupt een einde door de aankondiging van een 8 obligatielening groot 40 miljoen, ten laste van de Amro-bank tegen een uitgiftekoers van 991/2 en een looptijd van slechts 7 jaar, hetgeen een flauwe stemming veroorzaakte. De koers van de jongste 71/2 staatslening viel terug onder pari. Ook wordt er al weer over ge sproken dat binnenkort de Bank voor Nederland- sche Gemeenten met een nieuwe lening zal uit komen waarvan het rentetype wel eens een half procent hoger zal kunnen zijn dan van zijn voor- ganger. De aandelenmarkt ondervond ook nu weer de invloed van de stijgende rente. Het algemeen beurs-indexcijfer bereikte begin augustus met 108,2 een nieuw dieptepunt na eind mei nog het hoog ste punt van 130 te hebben behaald, een daling derhalve van 17%. De uitgesproken zwakke stemming in de tweede helft van juli was mede het gevolg van de aanhoudende baisse op de New Yorkse beurs, waarmee weer eens werd aange toond hoezeer Wall Street stemmingbepalend kan zijn voor onze beurs. Voor het verdere verloop op de beurs zullen de winstverwachting van de ondernemingen voor 1970 alsook de rente-ontwikkeling van groot belang zijn. De VERENIGING VAN DIRECTEUREN VAN BANKEN aangesloten bij de Coöperatieve Cen trale Raiffeisen-Bank, houdt op donderdag 25 sep tember a.s. om 10.30 uur haar jaarvergadering in Hotel Noord-Brabant, Vredenburg te Utrecht. RENTABILITEIT In aansluiting aan de toelichting op het begrip „solvabiliteit" willen wij thans nog iets naders zeggen over de rentabiliteit van een bedrijf, het vermogen om boven de kosten een overschot te verkrijgen, om winst te maken dus. Aangezien dit toch in wezen het doel van een onderneming is, zou men kunnen stellen dat indien men geen winst maakt of indien dit binnen afzienbare tijd niet te verwachten is een derge lijk bedrijf in feite geen reden van bestaan heeft. Door de geleden verliezen zal men interen op een aanwezig vermogen en wellicht daarna op het vreemde vermogen. Spoedig zal men kunnen spre ken van een volkomen insolvabel bedrijf, vast lopend in illiquiditeit (zie vorig artikel), zodat het einde onherroepelijk met rasse schreden nadert. In het kader van de kredietverlening is dit uiter aard een onaantrekkelijke zaak. Niettemin worden onze banken geconfronteerd met kredietaanvragen, waarbij uit de jaarstukken van het betrokken bedrijf een geringe netto-winst of zelfs een verlies blijkt, terwijl men om gegronde redenen b.v. omdat het een bestaande relatie is toch wel op deze aanvraag wil ingaan. De aanvragers zijn dan veelal van mening dat door een verdere investering een betere rentabili teit kan worden verkregen. Van doorslaggevende betekenis is dan of te verwachten is dat in de toe komst de lasten voortvloeiende uit de nieuwe 397

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 31