afscheid Indonesiërs hoe kan het bij een afscheid anders meer plechtige momenten. In een korte toespraak schetste dr. Verhage de ervaringen, welke te zamen met de Indonesiërs waren opgedaan. Het uitvoerige overleg met de ambassade voor hun komst en hun inspraak op het programma van de stage zijn voor de Nederlandse Raiffeisenorganisatie zeer leerzaam geweest. De toewijding waarmede anderzijds de Indonesiërs de Raiffeisenorganisatie en ook in vogelvlucht andere coöperaties hebben bestudeerd, had een zeer pret tige persoonlijke sfeer tot gevolg, waardoor de samenwerking uitstekend verliep. Dr. Verhage meende, dat dit na de moeilijkheden in het ver leden tussen beide landen een blijk van herleefd vertrouwen is. Hij sprak daarvoor zijn dank uit. Door coöperatie, door samenwerking, tracht Indonesië bij te dragen aan zijn eigen welvaart en welzijn. De in Nederland opgedane ervaringen met het landbouwkredietwezen zullen niet zonder meer in Indonesië kunnen worden toegepast, kennis van eigen land en eigen volk zal onze Indonesiërs echter in staat stellen deze ervaringen in het Indo nesisch te vertalen, zodat een eigen, aan de Indo nesische omstandigheden aangepast, systeem kan worden opgebouwd. Dr. Verhage wenste hen daarbij veel geluk en wijsheid toe en bood als her innering aan hun Nederlandse verblijf een foto boek over Nederland aan. In een daarop volgend informeel gesprek werd onder het genot van enige typische Hollandse versnaperingen en onder een typisch Indonesisch, tropische temperatuur wederzijdse ervaringen uit gewisseld. Enige verschillen met de Indonesische omstandigheden, welke onze Indonesiërs sterk zijn opgevallen, werden besproken. Zo was aanvanke lijk bij hen, bij een bezoek aan enige zich meer op het produktievlak bewegende top- coöperaties, de vraag gerezen, hoe een mees tal uit agrariërs bestaand bestuur op de pro blemen van de technisch gecompliceerde struc tuur van het bedrijf invloed kon uitoefenen. Gesprekken met deze bestuursleden hadden hen echter doen inzien, dat in dergelijke coöperaties de mogelijkheden wel degelijk aanwezig waren, indien de coöperatieve beginselen van overleg en medezeggenschap leiden tot een zo groot moge lijk inzicht in de werkelijk grote problemen en De heren Kustiman, Sulaiman, ir. Sudharto en ir. Sjamsuddin Hamid (v.l.n.r.) namen afscheid van de Centrale Bank. daardoor tot bewuste regulering door alle leden van het marktmechanisme. In dat licht bezien was hun ook duidelijk geworden, hoe een coöperatie zich bij de uitoefening van haar taak kon bedienen van huns inziens niet met de coöperatiegedachte strokende rechtsconstructies. Zo was het voor Nederlandse oren van nu enigszins vreemd te horen dat een naamloze vennootschap in Indonesië niet kan samenwerken met een coöperatie, een in Nederland algemeen aanvaarde gedachte. Wel kwam naar voren, dat men in Nederland daar ook wel anders over heeft gedacht. In het geanimeerde gesprek over deze en andere problemen kreeg uiteraard vooral het Nederlandse coöperatiewezen de meeste aandacht, omdat alle aanwezigen dit het best kenden. Ook de Indonesische coöperatie- vormen vormden onderwerp van gesprek, waarbij aan de Nederlanders vooral de sterk op de active ring van de bevolking gerichte ideologie opviel. De plaatsvervangend ambassadeur van Indo nesië, de heer Adiwoso, zette vervolgens in een korte toespraak uiteen, hoe de samenwerking tus sen Indonesië en Nederland door persoonlijke contacten als deze steeds meer uitgroeit. Naast de technische hulp welke Nederland verschaft, is juist deze persoonlijke samenwerking tussen Indo nesiërs en Nederlanders van groot belang voor beter begrip tussen de beide volken. Onder dank- 378

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 12