man en paard
er is (zoals in Schagen het geval is aan beide
zijden) dan zal dit lukken; hetzij vroeg of laat. Al
leen vroeg is het voordeligst. In een landbouwblad
heeft een verslag gestaan van de gehouden jaar
vergadering van de Centrale Raiffeisen-Bank met
het opschrift: Traag". In dit verslag wordt erop
gewezen dat het voor een buitenstaander moeilijk
te begrijpen is, dat twee machtige landbouwkre
dietinstellingen in een tijd waarin schier dagelijks
fusies of concentraties plaatsvinden gescheiden
optrekken, waarbij de noodzaak wordt aangetoond
van een gemeenschappelijk vestigingsbeleid. Te
vens wordt dan de opmerking gemaakt, dat men
zich niet kan onttrekken aan het gevoel dat dit alle
maal wel bijzonder traag in zijn werk gaat.
Voor mijn gevoel is dit een tragische zaak.
Aan de andere kant zijn we allen bijzonder ver
heugd over de stormachtige ontwikkeling der aan
gesloten banken zowel die van Eindhoven als van
Utrecht. Maar ik ben er van overtuigd dat we nog
verder gekomen zouden zijn wanneer we al lang
tot één hechte financiële mammoetbank waren
samengesmolten!
Hoogachtend,
plaatselijke afspraken moeten leiden. Nieuwe vesti
gingen in plaatsen beneden een bepaalde grootte,
waar één van beide organisaties reeds een vesti
ging heeft, worden voorkomen. En hiermede is aan
het grootste bezwaar van de inzender tegemoet
gekomen. Men overwege wel dat zelfs bij een fusie
van beide centrale organisaties de plaatselijke
concurrentie nog niet verdwenen zou zijn; daar
voor zouden ook plaatselijke fusies nodig zijn. Hoe
moeilijk deze problemen vaak liggen, ook wanneer
de bewerking van een bepaalde plaats daarmede
gediend is, weten wij uit ervaring bij mogelijke fu
sies binnen onze eigen organisatie.
Het is echter goed dat er ook mensen zijn die
verder denken dan de plannen die thans uitgewerkt
worden. Dit zal nl. de anderen, die wellicht de
huidige plannen reeds vergaand vinden, over een
aarzeling heen helpen.
F. Voskuil,
voorzitter bestuur Raiffeisenbank
,,De Bilt en Omstreken".
NASCHRIFT VAN DE REDACTIE
De discussie in de Algemene Vergadering is
kennelijk, voor een gedeelte althans, aangeslagen.
Daarvan overtuigt bovenstaand ingezonden stuk.
Hierin wordt gesteld, dat bij fusie van Eindhoven
en Utrecht het vestigingsbeleid van één punt zou
kunnen plaatsvinden en daardoor een optimaal re
sultaat zou worden bereikt.
Dit is juist. Er komen voor een fusie van de
beide Centrale Banken echter meer problemen
aan de orde. Bij de concurrentie zijn echter het
vestigingsbeleid en het rentebeleid wel de voor
naamste factoren.
Juist om deze concurrentiefactoren, en dus met
name de kostprijsverhogende factoren, zo veel mo
gelijk weg te nemen zijn tussen Utrecht en Eind
hoven afspraken gemaakt, die nu ook tot concrete
366