snelle behandeling bevorderd, terwijl kredietco mité en de kassier van de plaatselijke Raiffeisen- kas volledig bekend zijn met de toestand op het bedrijf of in het beroep van de kredietnemer. Men acht het verlenen van onderhands krediet een eigen activiteit van de Raiffeisenkas. Het balanstotaal van het sedert 1737 bestaande bankiershuis F. van Lanschot heeft inmiddels de 1 miljard overschreden. Per eind maart gaf de balanstelling ruim 1,2 miljard te zien. In het ver slagjaar namen de deposito's met 96 miljoen toe tot f 369 miljoen, de spaargelden met 29 miljoen tot f 185 miljoen de overige toevertrouwde mid delen met 241 miljoen tot 644 miljoen. De groei van spaargelden met 18,4% was mede het resul taat van de 25 spaaragentschappen. Het gemid delde tegoed per boekje of rekening bedraagt 7.900,—. Bij de balansopstelling werd het onroerend goed op een meer reële basis gewaardeerd. Het zicht bare kapitaal werd voor het derde achtereenvol gende jaar met 2 miljoen verhoogd tot 36 mil joen. Sedert 1966 is het kapitaal zodoende met 20 toegenomen bij een stijging van het balans totaal met 130%. Op de algemene ledenvergadering van het Duitse Raiffeisenverband sprak de voorzitter, dr. Theodoor Sonnemann over de samenwerking tus sen de Raiffeisenbanken en de Volksbanken. Deze is gericht op het uitschakelen van de onzinnige concurrentie tussen beide bankorganisaties aldus spreker. Voorop staat echter de wens om de beide overkoepelende organisaties namelijk het Raif feisenverband en het Genossenschaftsverband, welke in ledenstructuur steeds meer op elkaar gaan lijken en die beide het middelgrote bedrijf vertegenwoordigen in één machtige organisatie te verenigen. De hiervoor gevoerde besprekingen lopen reeds meer dan twee jaar, aldus de heer Sonnemann, voor velen welke aandringen op een snelle beslis sing, veel te lang. Maar een goede zaak eist tijd. Verschillen in organisatorische opzet vormen een hindernis. Zelfs zijn er stemmen opgegaan om eerst maar de kredietorganisaties van Raiffeisen en Schulze Delitzsch samen te voegen. Dit zou de weg van de minste weerstand geweest zijn. Er zouden in plaats van twee, drie overkoepelende organisaties zijn ontstaan. Nog dit jaar hoopt men de regeling voor een alles omvattende overkoepe lende organisatie rond te krijgen. Ter gelegenheid van deze algemene vergadering gaf dr. R. Schubert enige cijfers over het concen tratieproces in het Duitse Raiffeisenverband. Het aantal coöperaties liep tussen 1949 en 1968 terug van ruim 23.700 tot circa 6.200. Het aantal leden steeg met 55 tot 4,9 miljoen. Ook bij de Raiffeisenbanken zet het concentratieproces zich onverminderd voort. Zo nam het aantal hoofdkan toren in 1968 met ruim 600 af tot circa 7.900. Sedert 1948 zijn ruim 3.300 banken gefusioneerd of opgenomen. Het aantal bijkantoren is gedurende de laatste jaren met 4.800 toegenomen tot 6.500, zodat het aantal vestigingspunten thans meer dan 14.000 bedraagt. Ondanks een snelle groei heeft 20 van de banken een balanstotaal van minder dan DM 1 miljoen. 361

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 51