financieel overzicht
Van een werkelijke ontspanning kan pas sprake
zijn als:
a. de bankbiljettenuitzetting na de vakantieperiode
op een normaal niveau terugkeert,
b. de grote bedragen welke, ondanks de duide
lijke ontkenning van revaluatieplannen met de
Duitse mark, nog steeds in Duitsland worden
aangehouden, naar ons land terugvloeien,
c. de investeringsdrang van overheid en bedrijfs
leven afneemt,
d. de betalingsbalans een duidelijk overschot ver
toont.
Wat punt b betreft is het wachten op over
eenstemming op internationaal niveau omtrent de
valutapariteiten. Het ziet er niet naar uit dat deze
voor de verkiezingen in Duitsland tot stand zal
komen.
Op korte termijn is dus weinig verbetering te
verwachten. Wel staat op het tijdstip dat dit artikel
geschreven wordt de uitkering van het rijk aan de
gemeenten per 15 juli voor de deur. Het bedrag,
dat daarbij de markt ten goede komt, is echter
weer grotendeels nodig voor de storting op de
Staatslening ad f 250 miljoen per diezelfde datum.
DE KAPITAALMARKT
De toestand op de kapitaalmarkt is in verge
lijking met de vorige verslagperiode alleen maar
verslechterd. De verhoging van de prime rate in
de Verenigde Staten van 71/2 tot 81/2 begin juni
luidde een periode in van nog hogere rentetarie
ven ten gevolge van de aanhoudende krapte. Dit
bracht veel Amerikaanse banken ertoe op grote
schaal kapitaal aan te trekken via de eurodollar-
markt om aan de blijvende grote kredietvraag te
kunnen voldoen. De eurodollarrentetarieven liepen
hierdoor ook op, met het gevolg dat de rente
niveaus in vele Europese landen aantrokken.
Diverse landen zagen zich nu genoodzaakt het
officiële discontotarief aan te passen aan de ge
wijzigde omstandigheden. West-Duitsland ver
hoogde op 20 juni zijn disconto voor de tweede
keer binnen 3 maanden en wel van 4 tot 5 om
een dreigende overspanning van de Duitse econo
mie tegen te gaan. Aanpassing van het disconto
tarief vond ook plaats in Canada 8 (7), Frank
rijk 7% (6), België 7% (6), Zweden 7% (6),
Italië 5 (3'/2) en Spanje 5'/2 (4'/2).
Uit al deze verhogingen blijkt toch wel in welk
tempo de rentestand, internationaal gezien, is
aangetrokken. Het wachten is nu op de resultaten
van de sinds begin 1969 gevoerde politiek van
krap-geld ter beteugeling van de inflatie in de
Verenigde Staten.
Het succes van deze politiek is tot nu toe matig
te noemen. De Amerikaanse regering ziet zich dan
ook geplaatst voor de noodzaak om nog krachtiger
maatregelen af te kondigen.
Zo zal de extra belastingheffing van 10%, de
surtax, die per 30 juni afliep, worden verlengd tot
het einde van dit jaar met een eventuele halvering
na 1 januari 1970. Ook zijn er voorstellen inge
diend om te komen tot een herziening van het be
lastingstelsel.
Deze anti-inflatiepolitiek zal ertoe leiden, dat in
de groei in het reële nationale produkt een ver
traging zal optreden, hetgeen zijn uitwerking zal
hebben op de ondernemingswinsten. De verwach
ting bestaat, dat de nettobedrijfswinsten in Ame
rika dit jaar hoogstens met 4 a 5% zullen stijgen,
tegenover een stijging van 13 in het vorige jaar.
Dat de rente zich nog enige tijd op het zeer
hoge niveau zal handhaven, staat wel vast.
Ook in ons land is de rentestijging zeer goed
merkbaar. De nieuwste 71/2 lening van de Bank
voor Nederlandsche Gemeenten werd aangekon
digd tegen een uitgiftekoers van 98 terwijl de
eerste lening midden april een uitgiftekoers had
van 100%.
De rente op de ziekenhuisleningen moest wor
den opgetrokken tot 8% op welk niveau in
korte tijd al weer vier leningen zijn uitgegeven,
waarvan de beide laatste niet geheel werden vol-
tekend.
Begin juli trad er op de Nederlandse obligatie-
markt een herstel op waardoor iets van de zware
verliezen van de laatste tijd kon worden goedge
maakt. De 7'/2 leningen noteerde ruim boven
de 100%. Enige dagen later kwam er aan de
opleving een einde ten gevolge van de aankondi
ging van de nieuwste B.N.G.-lening, waardoor de
koersen weer onder druk kwamen.
De aandelenmarkt ondervond in juni op gevoe-
340