KREDIET EN JAARSTUKKEN (I) In een vorig artikel over kredietbeoordeling (Raiffeisenbode maart 1969) werd gesteld dat het doorlichten van de aan de bank overgelegde jaar stukken steeds een analyse zal moeten omvatten van de solvabiliteit rentabiliteit liquiditeit met het doel tot een passende financiering te ge raken van het bedrijf waarop de kredietaanvraag betrekking heeft. Op bovengenoemde begrippen werd reeds een korte toelichting gegeven, maar ter verdere ver duidelijking willen wij hierop nog eens terug komen. SOLVABILITEIT: Onder solvabiliteit wordt verstaan de mate waar in een bedrijf, op langere termijn bezien, in het algemeen aan haar verplichtingen zal kunnen vol doen. Is een bedrijf insolvabel dan kan men nog wèl voldoen (veelal met moeite) aan de lopende ver plichtingen, maar op den duur loopt men toch vast in illiquiditeit en dan zal het vaak moeilijk zijn op korte termijn middelen aan te trekken. Bij het begrip solvabiliteit gaat het dus om de mate waarin de activa met eigen vermogen zijn gefinancierd. Het is veelal gebruikelijk de solvabiliteit uit te drukken in een percentage van het balanstotaal. Dit totaal zal in het algemeen gelijk zijn aan de som der activa; slechts een enkele keer zal het gecorrigeerd moeten worden met b.v. een afschrij vingsrekening voorkomend onder de passiva. Nu zal men er goed aan doen bij de krediet beoordeling ook de solvabiliteit van het bedrijf in kwestie na de voorgenomen investering te be zien. Het balanstotaal zal dan immers hoger zijn, het eigen vermogen is echter hetzelfde gebleven. Wat moeten wij nu verstaan onder „eigen ver mogen"? De aan onze banken overgelegde jaar stukken hebben voornamelijk betrekking op kleine ondernemingen, middenstanders en agrariërs, dus meestal éénmansbedrijven of firma's, tegenwoor dig ook nogal eens naamloze vennootschappen. Als eigen vermogen is nu aan te merken bij een: éénmanszaak: het bedrag dat als zodanig of als „kapitaal" wordt genoemd; firma: het kapitaal der firmanten en een eventueel rekening-courant- tegoed van de personen bij de firma; N.V.: het aandelenkapitaal en de re serves. In het laatste geval kan de bank de voorwaarde stellen dat de directeuren/aandeelhouders van de n.v. in privé een akte van borgstelling tekenen. Komt nu onder de passiva nog een rekening- couranttegoed of een lening van de directie voor, dan kunnen deze door de bank in de solvabiliteits- beoordeling worden betrokken, evenals een pen sioenvoorziening directie. 337

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 27