Mutaties in de toevertrouwde middelen bij de aangesloten Raiffeisenbanken COMMENTAAR OP DE CIJFERS SEIZOENPATROON MIDDELENAANWAS DOOR KRUIST De cijfers van de middelenaanwas bij onze or ganisatie in de eerste twee kwartalen van 1969 passen niet in het normale seizoenpatroon. Zowel de spaartegoeden als de creditsaldi in rekening courant waaronder ook de privérekeningen zijn begrepen overtreffen de aanwas in de overeen komstige perioden van voorgaande jaren zodanig, dat de oude lijn in de ontwikkeling zoek is geraakt. x f 1 miljoen Spaargelden Creditsaldi in rekening-courant Aangesloten 1e 2e 1e 2e banken kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal 1964 68 46 24 17 1965 80 50 5 28 1966 52 48 15 29 1967 66 113 20 65 1968 76 111 57 131 1969 179 161 59 189 Voor juni zijn voorlopige cijfers opgenomen. Vanaf 1967 geeft het cijfer voor het tweede kwar taal een geheel ander beeld te zien. Dit veranderde beeld treedt ook op, zij het met 1-2 jaar vertraging, voor het eerste kwartaal. Welke hoofdoorzaken gelden voor dit gewijzigde seizoenpatroon? a. toeneming privérekeningen met doorstroming naar spaartegoeden b. minder sterke doorwerking van de agrarische seizoencyclus op de middelen wegens basis verbreding van de organisatie c. de groeifactor die onder meer het gevolg is van uitbreiding van het aantal vestigingen. Verder zijn er elk jaar bijzondere omstandigheden die invloed uitoefenen op het verloop van de mid delen, zoals bijvoorbeeld het tijdstip van melkgeld- nabetalingen. Deze vonden dit jaar al voor een groot gedeelte in het eerste halfjaar plaats. ONTWIKKELING IN MEI De toename van de toevertrouwde middelen in mei bedroeg 147,1 miljoen tegen 118,7 miljoen in 1968. Stellen we de gemiddelde groei in 1964 t/m 1967 op 100 dan bedroeg het middelenaccrès in 1968 192 en dit jaar 238. Vooral de tegoeden op privérekeningen namen in vergelijking met 1968 sterk toe. Het spaaroverschot verschilde f 5,5 miljoen met dat van 1968. Dit blijkt uitsluitend het gevolg te zijn van de betere spaarresultaten bij de platte- landsbanken, waar het spaarresultaat 11,7 mil joen hoger was dan vorig jaar. Bij de stedelijke en semi-stedelijke werd 6,2 miljoen minder gespaard dan in 1968. De uitzettingen stegen in mei met 66,4 miljoen tegen f 52,6 miljoen in 1968. De vermindering van de debetsaldi in rekening- Bedragen x f 1 miljoen 1968 Mei Juni Januari t/rr juni Spaartegoed Tegoed op privérekeningen Overige tegoeden in rekening-courant 68,7 41,5 36,9 63,2 22,3 33,2 65,6 11,0 29,9 51,9 17,7 34,5 340,5 112,0 136,0 187,1 88.7 99,4 Totaal 147,1 118,7, 106,5 104,1 588,5 375,2 335

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 25