gaan we toch naar contingen- tering De landbouwpolitieke discussie heeft in de pe riode sinds begin mei als een kat om de hete brij van de contingentering heen gelopen. In de minis terraad van de E.E.G. werden door Duitsland, Frank rijk en België plannen ingediend om de omvang van de melkproduktie te beperken, althans de kos ten van het zuivelbeleid voor de kas van de E.E.G. te verminderen. Dit heeft ook de Nederlandse land bouworganisaties gedwongen zich (overigens niet voor het eerst) op dit pijnlijke probleem te bezin nen. Pijnlijk vooral omdat de genoemde plannen voor ons land niet veel goeds beloven, ledereen ziet echter wel in dat er iéts zal moeten gebeuren, want de steeds groeiende overschotten betekenen maakt het een beetje riskant er nu uitvoerig op in te gaan. We volstaan daarom met er aan te herinneren, dat in het Mansholt-memorandum van december 1968 geen aanbeveling van contingente ring te vinden was. Mansholt had andere middelen voor ogen om het evenwicht tussen vraag en aan bod te herstellen: prijsverlaging, een andere prijs verhouding tussen melkvet en melkeiwit, afslacht- premies voor melkvee in kleine veestapels, en ver kleining van het areaal landbouwgrond. Bovendien zag hij ook een op evenwichtsherstel gerichte ten dens in de door hem voorziene sterk vergrote be drijven. Dit laatste is van vele kanten ook in deze rubriek bestreden, en prijsverlaging is zo LANDBOUW COMMENTAAR met de woorden van drs. R. Zijlstra een tijdbom onder het huidige systeem van markt- en prijs beleid. ANDERE MIDDELEN Als dit nummer van de Raiffeisenbode eind juni verschijnt, weten we misschien al veel meer over de richting, die de E.E.G.-ministers voor de nabije toekomst met het zuivelbeleid willen inslaan. Dat unaniem afgewezen dat deze krasse maatregel politiek niet veel kans maakt. Des te merkwaardiger is het, dat nu wél een sterke stroming geporteerd is voor contingentering van de melkproduktie. Deze aanpak, die in vele variaties denkbaar is, is in wezen een verkapte prijsverlaging. De producenten moeten een stuk van de verantwoordelijkheid voor de overschotten dragen, zo is de redenering. Prijsverlaging mag dus 263

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 9