ORGANISATIE EN EFFICIENCY De vraag naar uitbreiding van dienstbetoon zal sterker kunnen worden naarmate het aantal spaar ders, het spaartegoed en de aan de bank toever trouwde middelen zullen stijgen. Hoe groter de bank, des te meer en beter het aantal bijkomende diensten van een bank zal kunnen worden. Hoe groter de eenheid, des te eerder kunnen specia listen voor de diverse bedrijfsonderdelen worden opgenomen in de personeelsbezetting van de bank. Bij al deze overwegingen zijn de automatisering en het toepassen van de mogelijkheden die de com puter biedt niet eens belicht en het voert ons te ver hierop in te gaan. Hoe groter de bank als een heid des te meer en betere kansen om de moge lijkheden volkomen te benutten. Welk criterium als maatstaf moet worden genomen voor de bepaling van de optimale grootte van een bank is nog niet direct aan te geven. Het is bijzonder moeilijk aan te geven bij welke (minimum) grootte de bank in haar bestaan wordt bedreigd. Zijn er geringe ontwikkelingsmogelijkheden en tonen de resultaten een dalend verloop, dan zal fusie na verloop van tijd toch noodzakelijk kunnen worden. Daarnaast zijn er echter vele andere fac toren welke mede bepalend zijn voor het al of niet wenselijk zijn van een fusie. Deze liggen mede in de aard van de gemeenschap waarin wordt ge werkt. In het voorgaande artikel is ten aanzien van de controle een onderscheid gemaakt tussen zelf controle, interne controle en externe controle. Hierbij werd tevens een korte toelichting op deze begrippen gegeven. Gezien het grote belang van de controle bij de organisatie van de banken, zal nog een aantal aspecten hiervan nader ter sprake worden gebracht. ZELFCONTROLE De zelfcontrole werd gedefinieerd als de eigen controle op het eigen werk. Hierdoor is het tevens niet nodig om speciale organisatorische maatrege len te treffen voor het bewerkstelligen van een goede uitvoering hiervan. De zelfcontrole is een kwestie van instructie en discipline. Hoewel de zelfcontrole een simpel karakter ver toont, moet het belang ervan zeker niet worden onderschat. Enerzijds is de zelfcontrole bij één- 303

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 49