Dr. Verhage gaf toe, dat de financiering in de agrarische sector inderdaad moeilijk is. De aan vraag uit de tuinbouw is minder geworden, zonder dat hierop van de zijde van onze banken invloed is uitgeoefend. De Grondbank zal zeker geen kap stok zijn; voor de glascultures bijvoorbeeld kan dat moeilijk. De financiering van de jonge bedrijven is altijd mogelijk via het Borgstellingsfonds, mits sprake is van een verantwoorde financiering. De heer Immink uit Schagen vestigde er de aandacht op dat gestreefd wordt naar grotere bedrijfseenheden. Maar er bestaan nog wel naact elkaar twee grote landbouwkredietinstellingen. Dat lijkt een ongewenste toestand. Een derde Centrale Bank is niet mogelijk gebleken. Nu staat men plaatselijk voor hoge kosten in feite voor geld verspilling wegens nieuwbouw. De bestaande situatie is erg kostbaar voor de plaatselijke ban ken. Zal men niet van bovenaf naar samenwerking, naar een overkoepelende centrale of samensmel ting moeten streven? Hij verwachtte nog geen positief antwoord, maar wilde de kwestie toch graag aan het bestuur voorleggen. Dr. Verhage meende dat een nieuwe Centrale Bank de bestaande Centrale Banken in de weg zou staan, tenzij een overkoepelend instituut zou wor den opgericht. De rentabiliteit wordt zeker ge schaad door het bestaan van twee kredietinstel lingen, in het bijzonder op plaatselijk niveau. Er Expositie van de afdeling publiciteit wordt echter een ernstige poging door Utrecht en Eindhoven ondernomen om tot verbetering te komen op het gebied van het vestigingsbeleid. Dr. Verhage hoopte hierover op de volgende al gemene vergadering meer te kunnen zeggen. E bestaat al overleg, ook over b.v. presentatie en rente-adviezen. Plaatselijk zal men moeten trachten elkaar eveneens op deze punten te vinden. De wil is er aan beide kanten. Een en ander is een be langrijke poging om de rentabiliteit van onze aan gesloten banken te verbeteren. De heer De Dreu uit Noordoostpolder infor meerde, of het geen aanbeveling verdient het stem recht op de algemene vergaderingen te baseren op het aantal aandelen per bank. Nu heeft elke bank één stem. Dr. Verhage achtte in deze zaak voorzichtigheid geboden. Elke bank heeft zijn eigen verantwoor delijkheid, onafhankelijk van de kapitaalinleg. Voor al in deze tijd is de medezeggenschap meer op personen gebaseerd dan op iets anders. Tot nu toe is het altijd goed gegaan. Hij zegde toe do kwestie in het bestuur te behandelen, maar maan de wel tot voorzichtigheid aan. De Algemene Vergadering hechtte daarna zijn goedkeuring aan de rekening en verantwoording van het bestuur over 1968 en aan het voorstel to bestemming van de gemaakte winst. Mr. Van Beekhoff bracht dank aan het bestuur voor het vele werk, dat het heeft verricht. MWH| 279

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 25