CONCURRENTIE VERHOUDING IN HET BANKWEZEN korte uitleg De World Bank Atlas geeft een belangwekkend overzicht van het bruto nationale inkomen per hoofd van de bevolking van een groot aantal lan den. Het blijkt dat tweederde van deze landen een inkomen per hoofd van de bevolking laat zien van minder dan 300 per jaar. In Azië komen slechts enkele landen boven deze drempel uit zoals Israël 1.160, Japan 860 en Libanon 480. Twee grote landen, namelijk India en Pakistan, vertonen een gemiddeld inkomen van slechts 40. In Zuid-Amerika beweegt het inkomen per hoofd zich tussen 160 (Bolivia) en 780 (Argentinië), waarbij het merendeel der landen in 1966 een ge middeld inkomen boven 250 had. De hoogste gemiddelde inkomens werden in de Verenigde Staten 3.520) en Canada 2.240) bereikt. In West-Europa werd in Zweden het hoogste in komen per hoofd van de bevolking bereikt, name lijk 1.030. Uit de grote verscheidenheid van cijfers zijn bovenstaande uitersten gelicht ter illustratie van de verschillen in welvaart. Bij de berekening van het nationale produkt worden alle goederen en diensten in geldeen- heden uitgedrukt. De waarde van deze geldeen- heden is echter heden ten dage aan een zekere daling onderhevig. In de periode 1957-1967 bij voorbeeld werd de jaarlijkse waardedaling van de valuta van onze buurlanden België en West-Duits- land op 2,2 becijferd, de andere Euromarkt- partners Italië en Frankrijk vertoonden een gemid delde geldwaardedaling van 3,4 respectievelijk 4,7 Zou men het nationale produkt in de loop van de jaren blijven uitdrukken in nominale bedragen, dan zou dit geen juiste afspiegeling vormen van de feitelijke groei van het geproduceerde. Daarom wordt bij de berekening van het nationale produkt rekening gehouden met de geldwaardedaling se dert een bepaald jaar. Zo krijgt men een indruk van de groei van het reële nationale produkt in een aantal landen. Het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (N.I.B.E.), opgericht op 14 septem ber 1966, meer in de openbaarheid getreden op 9 november 1968, ontplooit belangwekkende acti viteiten. Op de jaardag in juni van dit jaar is een conferentie belegd over het onderwerp ,,De con currentieverhoudingen in het Nederlandse bank wezen". leder die enigszins thuis is in het bankwezen van ons land zal erkennen, dat het hier om een actueel onderwerp gaat. Prae-adviezen zijn uitgebracht door dr. J. R. M. van den Brink en mr. Ph. C. M. van Campen, waarbij de eerste de concurrentieverhoudingen be ziet vanuit het oogpunt van de handelsbanken, terwijl de heer Van Campen ditzelfde doet vanuit het gezichtspunt van de landbouwkredietbanken. 268

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 14